De Boodschap
Binnenlandse Zaken

Binnenlandse Zaken wil religieuze opleidingen voor eind dit jaar erkennen

Het ministerie van Binnenlandse Zaken wil eind van dit jaar alle opleidingen van de verschillende religieuze organisaties erkennen. De reden hiertoe is dat er standaardisatie ontbreekt bij deze opleidingen, met het gevolg dat er vanuit het departement geen evenwichtige waardering kan worden vastgesteld voor de opgeleide geestelijken na voltooiing van hun religieuze studie. Bij het ministerie worden deze personen dan voorgedragen vanuit hun respectieve religieuze organisaties om te worden aangesteld als bezoldigde geestelijken.

Door de enorme religieuze verscheidenheid in Suriname is het uitvloeisel hiervan een veelheid aan religieuze organisaties. Deze proberen met hun eigen opgezette opleidingen en vastgestelde normen, te voorzien in hun eigen kadervorming. Aangezien het beleidsgebied Religieuze Aangelegenheden een verantwoordelijkheid is van het ministerie van Binnenlandse Zaken, ziet zij het als een noodzaak om het daarheen te leiden dat deze opleidingen formeel worden erkend.

Het ministerie houdt daarbij rekening met het unieke karakter van dit soort opleidingen en de gepaard gaande religieuze vrijheid in ons land. Alle geestelijke opleidingen zullen op verschillende niveaus worden aangeboden en moeten voldoen aan de minimale gestandaardiseerde vereisten. Dit moet ervoor zorgen dat de kwaliteit en uniformiteit van deze niet-formele onderwijs opleidingen, naar een hoger niveau worden getild en gegarandeerd. Inmiddels is door prof. Franklin Jabini reeds voorbereidend onderzoek hierop verricht. Dit heeft hij samengedaan met de afdeling Religieuze Aangelegenheden en de verschillende religieuze opleidingen. Hierdoor is er reeds een goed beeld verkregen van de bestaande religieuze opleidingen in Suriname. Alle actoren zijn het erover eens dat erkenning vanuit de overheid noodzakelijk is. De onderzoeksresultaten geven ook aan dat er nu een traject moet worden uitgezet voor het vaststellen van curriculum-standaardisatie en erkenning van dit alles.

De religieuze organisaties juichen dit initiatief van het ministerie van harte toe en zullen hun volle medewerking verlenen aan dit project. Ze onderstrepen verder dat het erkennen van de religieuze opleidingen als positief resultaat zal hebben dat geestelijken over de vereiste competenties zullen beschikken. Hiermee zullen ze voldoen aan de behoeften van hun organisatie en kunnen zodoende optimaal in het religieus Surinaams landschap functioneren. Daarnaast is het de bedoeling dat afgestudeerden van deze religieuze opleidingen in eigen land een erkend diploma ontvangen. Met de erkenning wordt een lang gekoesterde wens, eindelijk werkelijkheid.