De Boodschap
bitBuitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking

Minister Ramdin belicht Ananasproject tijdens SDG-paneldiscussie op SIDS conferentie

Op dinsdag 28 mei 2024 heeft minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking deelgenomen aan een high-level paneldiscussie tijdens de 4e Internationale Conferentie over Small Island Developing States (SIDS4) in Antigua en Barbuda. Hij was een van de panelleden tijdens de sessie “Joint SDG Funds Work Across Portfolio: Revitalizing SIDS Economies for Accelerated and Sustainable Growth”.

De SIDS4 conferentie vindt plaats van 27 tot en met 30 mei 2024 in St. John’s, Antigua en Barbuda. Tijdens deze conferentie vinden er eveneens side events plaats waaronder paneldiscussies naar aanleiding van de United Nations Sustainable Development Goals (UN SDG).

De minister ging in op de stand van zaken bij twee van de drie UN SDG-fonds projecten waarin Suriname ondersteuning heeft verkregen: Project 2, het ASTA-project, het zogeheten Ananas project, en Project 3 ‘Leave No One Behind’. Inmiddels is Project 1 ‘Roadmap for a sustainable financial system for Suriname’, reeds afgerond.

Minister Ramdin benadrukte dat het UN ASTA-project een multidimensionale benadering vereist. Hij legde uit dat de ananas, een vrucht die de inheemse volkeren van oudsher kennen, centraal staat in dit project. “Suriname heeft een rijke landbouwtraditie, en het ASTA-project is bedoeld om de decentralisatie en regionalisatie te bevorderen en een katalytisch multipliereffect te creëren. Met de technologie van de Horticulture hub, gefinancierd door het UN SDG-fonds, zal de economische capaciteit van de betrokken districten worden vergroot” gaf de minister mee.

Ananas is wereldwijd zeer gewild, voedzaam en veelzijdig in gebruik. De bewindsman wees op de noodzaak van aangepaste machinale bewerking voor Surinaamse ananassen, verwijzend naar machines ontworpen in India die momenteel niet geschikt zijn gebleken. “Daarnaast zal het project ook vrouwen economisch versterken, hen betrekken bij het productieproces en bijdragen aan SDG5-Gender Equality. Bovendien kan de aanplant van ananas bijdragen aan de ontwikkeling van carbon credits, wat extra economische voordelen oplevert en de nationale bbp kan verhogen”, benadrukte de minister.

Joanna Kazana, de UN Resident Coordinator voor Suriname en Trinidad en Tobago, ging in op het UN SDG Fund project 3, Leave No One Behind. Zij benadrukte dat 85% van de Surinaamse bevolking op 10% van het totale grondgebied leeft, terwijl de overige 15% op 90% van het grondgebied woont. Deze centralisatie kan soms nadelige effecten hebben. Ze gaf aan dat het UN-raamwerk voor bescherming uitgaat van het recht op zelfbeschikking, landbeheer, landgebruik, gelijkheid, commerciële belangen, natuurlijke hulpbronnen, en geen discriminatie. De UN respecteert deze uitgangspunten en hanteert ook de principes van ‘Free, Prior and Informed Consent’ (FPIC), welke inheemse volkeren toestaat om op elk moment toestemming te geven of te onthouden/in te trekken met betrekking tot projecten die een impact hebben op hun grondgebied.

Kazana gaf verder aan dat er al twee jaar gewerkt wordt aan watersystemen in het district Brokopondo, samen met een intersectoraal platform en het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. Ze benadrukte het belang van waterbeheer, vooral tijdens de droge periodes in Suriname. Ook worden er hooglandrijstprojecten gepromoot in samenwerking met de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en The United Nations Population Fund (UNFPA).