De Boodschap
Kabinet van de President

Minister Ramdin: “Buitenlandse bezoeken zijn investeringen”

“Wij zijn niet alleen op de wereld, het is belangrijk aanwezig te zijn zodat men je kent.” Woorden van minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS). De minister ging tijdens het bel- en vraagprogramma “Bel, Tak Nanga Deng Tiri Man” op maandag 21 maart 2022 in op het belang om de reputatie van Suriname in het buitenland te verbeteren.

Onderdeel van het buitenlands beleid is bekendheid geven aan Suriname zodat er investeerders aangetrokken kunnen worden. De buitenlandse bezoeken leveren soms niet onmiddellijk iets op, maar zijn wel mogelijkheden om Suriname uit te dragen. De bewindsman benadrukt dat de buitenlandse missies nodig zijn. Het gaat volgens hem niet om snoepreisjes, maar ondernemingen die moeizaam en intensief van aard zijn. Het verbeteren van aanzien en reputatie kan alleen door veel gesprekken te voeren. De buitenlandse bezoeken bieden ook ontwikkelingsmogelijkheden.

Minister Ramdin legt verder uit dat het gaat om investeringen die Suriname terugverdient door middel van beurzen, technische steun en financiële hulp bij ontwikkelingsprojecten. “Het moet mogelijk zijn dat een land zichzelf uitdraagt in het buitenland en we hebben ons gericht op het herstel van onze reputatie in het buitenland”, aldus de regeringsfunctionaris. Suriname heeft op basis van het buitenlands beleid Suriname ongeveer 15 miljoen USD aan Covid-steun ontvangen. Daarnaast bood Nederland 6 miljoen euro aan technische steun en 2 miljoen euro voor het paspoortenproject dat vrij reizen in de Schengenstaten mogelijk moet maken.

De beurzen van Marokko en Turkije zijn ook door goede relaties tot stand gekomen. De reis naar Dubai, die minder dan USD 900.000 gekost had, heeft als resultaat dat het bedrijf DP World USD 100.000.000 geïnvesteerd heeft in Suriname. Hieruit zullen onder meer werkgelegenheid en belastinggelden voortvloeien. “Wij moeten overal in de wereld vrienden maken en niet alleen met de landen waarmee wij een historische band hebben”, aldus minister Ramdin.