De Boodschap
Grondbeleid en Bosbeheer

Minister Vorswijk: “Historisch onrecht moet rechtgezet worden”

Minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) is in het hoogste college van staat ingegaan op de recente incidenten te Pikin Saron in het district Para. “Als minister betreur ik hetgeen zich afgelopen dinsdag heeft afgespeeld. Dit is op geen enkele manier goed te praten en niet iets dat de Surinaamse samenleving eigen is.” De bewindsvrouw heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om haar medeleven te betuigen aan de benadeelden, te weten zij die schade hebben opgelopen. “Ik leef eveneens mee met zij die slachtoffer zijn geworden alsook de nabestaanden van de omgekomen mannen”, aldus de GBB-minister.

De bewindsvrouw heeft in het parlement opgemerkt dat toen ze als minister aantrad er reeds een besluit was genomen door de regering om geen nieuwe houtkapconcessies uit te geven en ook geen verlengingen te accorderen. “Op 11 juli 2022 heb ik een schrijven van het staatshoofd ontvangen om verlengingen wel te mogen accorderen. Dit om de economische ontwikkeling te bevorderen, werkgelegenheid te waarborgen en de productie te stimuleren.” Minister Vorswijk gaf aan niet in ’s lands vergaderzaal aanwezig te zijn om zaken goed te praten of te verdedigen. “Het is goed om zaken in de juiste chronologie met het parlement te delen.” Zij heeft middels een presentatie een overzicht gegeven van de houtkapconcessies in Para. “Ik wens meteen te benadrukken dat deze informatie openbaar en dus altijd toegankelijk is, namelijk via het webportaal van SBB”, nuanceert de regeringsfunctionaris.

Zij heeft ook de inventarisatie van uitgegeven gronden die liggen in en rondom Inheemse dorpen in het district para gepresenteerd aan het college. De bewindsvrouw heeft opgemerkt dat het ministerie van GBB bij het verlenen van concessies terdege rekening houdt met de rechten van woon- en leefgemeenschappen in de gebieden. “Echter het ministerie zou zich nog meer gesterkt voelen wanneer er wet- en regelgeving voor handen is zodat zaken niet indruisen tegen de rechten van de gemeenschappen. GBB juicht daarom de behandeling van de Wet Collectieve Rechten Inheemse Volken en Tribale Volken toe.” Minister Vorswijk geeft aan dat het erkennen van de grondenrechten van de Inheemsen, maar ook andere tribale volkeren in de ruimste zin des woord cruciaal is. “Historisch onrecht moet rechtgezet worden.”