De Boodschap
Kabinet van de President

Nederlandse en diasporabedrijven aan zet om in te spelen op herstelde relatie

De samenwerking tussen Suriname en Nederland heeft vanwege de bekoelde relatie in de afgelopen jaren een grote achterstand opgelopen. Met het werkbezoek van president Chandrikapersad Santokhi aan Nederland zijn de banden nu op elk aspect volledig hersteld. Het staatshoofd heeft in zijn toespraak tijdens het Suriname-Nederland Business Forum Nederlandse en diasporabedrijven opgeroepen in te spelen op deze herstelde relatie. Hij noemde de bijeenkomst een belangrijke activiteit in het werkprogramma.

De president zegt dat reeds aan de meeste condities voldaan is om alvast de samenwerking met Nederland, en in ieder geval het bedrijfsleven aldaar op gang te brengen. Hij benadrukte dat er voor investeren politieke stabiliteit, zekerheden op middellange en lange termijn, veiligheid, goed bestuur, een goed investeringsklimaat en rechtszekerheid nodig zijn. Deze zaken zijn in place en het bedrijfsleven is nu aan zet om hierop in te spelen. Om de Surinaamse economie te stabiliseren zijn er volgens het staatshoofd nog andere uitdagingen, zoals aanpassing van de Investeringswet en aanpassing van de Nationaliteitswet. Ook aan deze zaken wordt er gewerkt. President Santokhi hield zijn gehoor ook de gemaakte afspraken tussen Suriname en buurland Guyana voor als het gaat om het ontwikkelen van elkaars economie. De twee landen zullen elkaar ondersteunen om respectievelijk beter de Caricom- en Europese markt te bereiken. In dit kader zullen barrières in de handelsbetrekkingen samen weggewerkt moeten worden.

Het Surinaamse staatshoofd, dat woensdag een bezoek aan de Wageningen University & Research (WUR) bracht, liet merken onder de indruk te zijn van de moderne technologie die toegepast wordt in de agrarische sector. Surinaamse producten kunnen de Europese markt niet halen omdat ze niet voldoen aan de normen. In dit kader zal de particuliere sector ingezet kunnen worden om samen met WUR aan deze vereiste normen te werken. Hetzelfde zal ook gelden voor de veeteeltsector. De diasporabedrijven zullen zich ook klaar moeten maken voor de olie- en gasindustrie in Suriname. Zij behoren ook tot de local content, waarvoor er ook beleid ontwikkeld moet worden. Er is, aldus het staatshoofd, duidelijk vastgesteld dat in de ontwikkeling van de sector local content de voorkeur gaat krijgen, te weten Surinaamse bedrijven en dienstverleners alsook diasporabedrijven in Nederland.

Suriname heeft een slechte ranking als het gaat om landen waarmee makkelijk zaken gedaan kunnen worden. Deze positie moet verlaten worden door alle barrières om te investeren tot het verleden te laten behoren. Daartoe worden reeds de eerste aanzetten gegeven. “Maar er moet nog veel meer gedaan worden, het vertrouwen bij ondernemers moet terug”, aldus het staatshoofd. Dat kan volgens hem door bijeenkomsten nationaal en internationaal zoals het Suriname-Nederland Business Forum.