De Boodschap
Sociale Zaken & Volkshuisvesting

Sozavo herdenkt 75-jarig bestaan

Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) herdenkt op zaterdag 16 januari 2021 haar 75-jarig bestaan. Sozavo-minister Uraiqit Ramsaran geeft aan dat 75 jaar van het ministerie 75 jaar sociaal beleid in Suriname betekent: Beleid waarbij er wordt gestreefd naar het bevorderen van het welzijn van de Surinaamse samenleving, maar in het bijzonder van de minderdraagkrachtigen en andere kwetsbare groepen. Beleid, dat moet leiden tot bestaanszekerheid van de burger middels het treffen van maatregelen en het scheppen van ontwikkelingskansen.

De toespraak van de minister:

Landgenoten,

De afgelopen 75 jaar hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan op het ministerie, die hun weerslag op de samenleving hebben gehad. Het begin van deze ontwikkelingen voert ons terug naar het midden van de jaren veertig toen in Suriname de behoefte aan een door de overheid ontwikkeld sociaal-maatschappelijk beleid, toenam. De vervulling van deze behoefte kreeg gestalte op 16 januari 1946 door de formele instelling van het – departement van Sociale en Economische Zaken met een personeelsbestand van 42 personen – als een afdeling van het Algemeen Bestuur.

Na verschillende naamswijzigingen te hebben ondergaan, o.a.: departement van Sociale Zaken en Immigratie (1946); ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid (1963); Arbeid en Sociale Zaken (1967) en Sociale Zaken (1969), kreeg het ministerie in 1980 zijn huidige naam.

Omdat later het inzicht werd verkregen dat de “bedeling” in natura, wat nu bekend staat als voedselpakketten, naar de behoeftige mens demoraliserende effecten zou kunnen uitoefenen, stapte men later over tot wat nu nog bekend staat als Financiële Bijstand. Dit hulpverleningsproces begon vóór het jaar 1949 gestalte te krijgen en werd n.l. bevorderd door de DIENST LANDSGROND BONIFACE – het zogenaamde Lansi Gron- van het toenmalige ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Deze dienst richtte zich op: behoeftige seniorenburgers; mensen met een beperking en minderdraagkrachtigen

Andere voorzieningen in de materiële hulpverlening waren: Geneeskundige hulpkaarten, – financiële steun, – voogdijraad, – studiebeurzen, -vrijstelling van schoolgeld, – begrafenishulp, – beperkte tandheelkundige behandeling en het toekennen van prothesen, Lands Liefdadigheid Fonds Uitkering (LLF), kwijtschelding hospitaal kosten en in 1981 werd aan de hulpverlening de schoolkledingactie toegevoegd. Voorzieningen in de immateriële sfeer waren onder andere op het gebied van maatschappelijk werk, het armwezen, gezinsverzorging, huishoudelijke en gezinsvoorlichting, voorlichting en bemiddeling bij de materiële voorziening van sociale instellingen, sociaal-cultureel werk, jeugdwerk en vakantiehuizen.

Anno 2021 is een aantal van voornoemde voorzieningen ondergebracht bij andere departementen en zijn aan de voorzieningen van het ministerie toegevoegd de Algemene Oudedagsvoorziening, de Algemene Kinderbijslag en de subsidies aan sociale instellingen.

Om de deskundigheid op het ministerie te bevorderen en de kwaliteit van de dienstverlening te garanderen werd in 1968 gestart met de cursus Interne Opleiding Sociale Ambtenaren (IOSA). Deze opleiding is inmiddels uitgebreid met een Voortgezette cursus.

Enkele markante ontwikkelingen in de geschiedenis van het ministerie zijn de bouw van het Bejaardentehuis Ashiana in 1981. Met de oprichting van de Stichting Beheer en Exploitatie van Crèches (SBEC) werden opvangmogelijkheden voor de jonge kinderen van arme huishoudens gecreëerd. Een ander initiatief is de Stichting Opleidingscentrum voor Jeugdigen met een beperking bekend in de samenleving als TJG, met als doel het bieden van vak training aan jeugdigen met een beperking. Aaneensluitend noem ik het Bureau Rechten van het Kind en de Kinder- en Jongeren Telefoon die werkarmen zijn, specifiek gericht op kinderen. Met de ondertekening van het Kinderverdrag, in 1993, is aangegeven dat al het noodzakelijke gedaan zal worden om de rechten van kinderen te waarborgen.

De capaciteitsversterking van onze Maatschappelijke Dienst, de inwerkingtreding van de wetten: Nationale Basiszorg Verzekering, de Wet Opvanginstellingen, – en de ratificering van de Conventie voor de Rechten van Mensen met een Beperking (CRPD) zijn allen in het belang van onze doelgroepen.  Vermeldenswaard is ook de duurzame relatie met de UNICEF in ter uitvoering van projecten in het belang van het kind.

Het ministerie is ook voor wat betreft het beleid aangaande de volkshuisvesting al decennialang de verantwoordelijke. De beleidssector huisvesting stond in de periode 2000 – 2005 in het teken van heroriëntatie en aanzet tot beleidsontwikkeling. Bij de heroriëntatie stond voorop de aanpak van het nog niet formeel en feitelijk afgewikkeld woningbouwprogramma 1997 – 2001. In het kader van de bilaterale samenwerking met de regering van de Volksrepubliek China zijn eveneens woningen opgezet te Tout-Lui-Faut en Richelieu. Een belangrijke opleving in de afgelopen periode is de start van het Low Income Shelter Programma in juni 2003 en de beschikbaarstelling van de 7%-woningbouwfinanciering. Dit laatste als stimulans naar de particuliere woningbouwsector. Helaas moet worden geconcludeerd, dat deze ondernemingen niet hebben geleid tot een duurzame en structurele aanpak van de huisvestingsproblematiek.

Wij van het ministerie realiseren ons dat het nu meer dan ooit de tijd is om te komen tot structurele armoedebestrijding, voor verbetering van de kwaliteit van het leven van de burgers en het scheppen van kansen voor minderbedeelde groepen. Hierbij is het van eminent belang dat de sociale zorg zich primair richt op de groep die geen voorzieningen heeft. Subsidies zullen niet meer automatisch verstrekt worden, wat betekent dat er concrete criteria ontwikkeld zullen worden. Subsidies die bedoeld zijn om de minderbedeelden tegemoet te komen zullen verschuiven van object- naar subjectsubsidie. De verschillende doelgroepen zullen meer en passende beleidsaandacht krijgen waarbij er rekening gehouden zal worden met hun zorgbehoeften en woonomstandigheden. Het ministerie is zich bewust van de huidige economische malaise waarin wij als volk zijn terechtgekomen en zij is thans bezig met het uitwerken van een sociaal vangnet. Tegelijkertijd werkt het ministerie aan de optimalisering van haar beleid middels het versterken van ons ministerie.

Ik geef u de verzekering dat tezamen met de directie, de staf en het personeel ik de uitdaging en verantwoordelijkheid neem om het uitgestippeld beleid ten uitvoer te brengen. Wij zullen er gezamenlijk in slagen een bijdrage te leveren aan de bestrijding van armoede, het garanderen van de bestaanszekerheid en het verhogen van de kwaliteit van het leven van elke burger. Ik strek de hand uit naar alle publieke en particuliere actoren met wie het ministerie constructief en duurzaam kan werken aan de verwezenlijking van het beleid in zijn algemeenheid. Ik beëindig mijn rede met een hartgrondige dank aan de directie, de staf en het personeel van het ministerie voor de verrichting betreffende deze dag. Ook dank aan alle oudgedienden van het ministerie die in hun arbeidzame periode een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan wat het ministerie aan de dag van vandaag is. Ik spreek ook mijn dank uit aan alle Sozavo’ers die ons ondertussen zijn voorgegaan… uw inzet en bijdrage worden gewaardeerd.