De Boodschap
Buitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking

Suriname vraagt Nederland opheldering in kwestie verkeerde landkaart

De Surinaamse regering heeft Nederland gevraagd om opheldering te brengen in de kwestie, waarbij de ex-kolonisator recentelijk een verkeerde landkaart van Suriname heeft gebruikt. Bij het reisadvies dat door de Nederlandse regering is uitgevaardigd voor reizigers richting Suriname is een kaart gebruikt die de landsgrenzen niet juist weergeeft.

“Wij vonden het nodig en belangrijk dat wij een duidelijk signaal geven richting Nederland dat onze landsgrenzen er anders uitzien. Wij hebben daarvoor ambassadeur Henk van der Zwan ontboden om protest aan te tekenen tegen het gebruik van die kaart. Ook is er om opheldering gevraagd in deze kwestie”, dit zegt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS).

De minister verwees in het interview met de Communicatie Dienst Suriname naar een brief die bij de onafhankelijkheid van Suriname is geschreven door toenmalige premier Joop den Uyl, waarin hij beschreven heeft hoe de grenzen van Suriname lopen. “Als je daarnaar kijkt dan zijn het andere grenzen dan die op de kaart die recentelijk door Nederland is gebruikt.” De Surinaamse regering is van mening dat Nederland zich moet houden aan de toen vastgestelde grenzen en dat het land consequent moet zijn in het gebruiken van de juiste kaart. “Het is ook belangrijk voor ons dat wij internationaal erop toezien dat de landsgrenzen van Suriname zoals wij die zien gerespecteerd worden. Dat is duidelijk gemaakt aan de ambassadeur en hij gaat dat overbrengen.”

“Het maakt niet uit hoe anderen daarover denken. Bij ons gaat het erom dat dit onze landsgrenzen zijn”. De minister zegt dat de coördinaten reeds zijn vastgelegd. Deze zullen samen met de kaart worden aangeboden aan de Verenigde Naties en de Organisatie van Amerikaanse Staten. Dit zodat het formeel geregistreerd is.

“Het is niet dat zij zullen zeggen dat dit de landsgrenzen zijn. Dat mogen ze niet en willen ze ook niet, maar het moet wel aangeboden zijn aan hen. Dit is een van de momenten, waarbij je ondanks vriendschappelijke betrekkingen toch principes op na moet houden en moet opkomen voor je soevereiniteit.” Aldus minister Albert Ramdin van BIBIS.