Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft in Nickerie vissers gevraagd zich te houden aan wet- en regelgeving. Tijdens het bezoek van de regeringsdelegatie onder leiding van president Chandrikapersad Santokhi heeft de Coöperatie Vissers Nickerie (CVN) enkele problemen waarmee zij kampt aan de functionarissen voorgehouden. Vicepresident Brunswijk gaf aan dat de regering voor alle sectoren een oplossing gaat zoeken. Hij wees erop dat eerder op de dag ook bacovenbedrijf FAI is bezocht. Het bedrijf zit in zwaar weer, maar de regering werkt aan een oplossing. Zo gaat de regering kijken wat het beste is voor de visserijsector.
Tegelijkertijd vroeg de vp dat indien de sector gesubsidieerd moet worden, de regering en het land dan geen verlies moeten lijden doordat vis wordt gesmokkeld naar onder meer buurland Guyana. “We willen productie hebben en de exportkwaliteit verhogen”, zegt de regeringsfunctionaris. Hij wees ook op het feit dat de steiger in deplorabele staat is. De regering gaat aan de infrastructuur werken en die naar acceptabele internationale standaarden brengen. Brunswijk vroeg de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) voor een ietwat soepele benadering naar de vissers, maar riep de sector ook op zich aan wet- en regelgeving te houden.
Hij kreeg de ondersteuning van president Santokhi, die benadrukte dat de regering de sector gaat ondersteunen maar dat de vis hier moet blijven. Het staatshoofd gaf aan de minister van LVV de opdracht te onderzoeken hoe een stukje grond dat de coöperatie toekwam een andere bestemming heeft gekregen. Als dit op onjuiste wijze is gebeurd, zal het onmiddellijk worden ingetrokken. Ook moet het ministerie de sector gaan reguleren. Er moet een registratiesysteem komen. Alle gevangen vis moet in Suriname afgezet worden en de Surinaamse economie ten goede komen. De president zegt dat niemand brodeloos gemaakt zal worden. Er is ook over deze sector gesproken tijdens zijn bezoek aan Guyana. De Guyanese vissers moeten ook verdienen, maar het mag niet zo zijn dat Suriname niets verdient aan haar hulpbronnen.
Het standpunt van de regering is dat alle hulpbronnen van Suriname aan het Surinaamse volk behoren. Hij zegt dat de visserijsector bijdraagt aan de economie. De sector moet daarom beschermd en behouden worden voor generaties. Daarvoor is er een gedegen visserijbeleid nodig, waarbij vooral overbevissing voorkomen dient te worden. De president benadrukt dat veel landen zich hebben verplicht hun wateren te beschermen tegen overbevissing. Suriname doet haar best hiervoor, maar krijgt nul op het rekest: “nul cent en nul vis”.
Het staatshoofd vroeg de coöperatie ondersteuning en zich in te zetten voor een eigen bedrijf, zoals een visrokerij of viswerking, om maximaal te verdienen. Hij wees erop dat er samenwerkingen bestaan met internationale organisaties bij wie Suriname voor steun aan de visserijsector terecht kan. De sector kan de regio voorzien van wat zij produceert. De regering is bereid haar alle ondersteuning te geven, ervoor te zorgen dat de sector beschermd wordt en dat de vissers alle kansen krijgen om te groeien als ondernemer. Zij zouden zich bijvoorbeeld kunnen ondernemen in het verwerken van restantmateriaal tot veevoer.