Suriname heeft een gewijzigde Personeelswet (PW). Deze werd op donderdag 8 juni door de Nationale Assemblee na ruim 7 maanden delibereren goedgekeurd en aangenomen met 26 stemmen vóór.
Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken (Biza), was kort en zakelijk: “ik ben verheugd dat de wet door het parlement is aangenomen, vooral dat artikel 28 a is opgenomen het ‘no-work-no-pay’ artikel.” De bewindsman, wiens departement belast is met het wel en wee van alle ambtenaren wil hiermee een stukje rechtvaardigheid binnen de ambtenarij bewerkstelligen. “Het kan niet zo zijn dat 90 procent van de ambtenaren trouw naar het werk komt en zich inzetten voor de dienst, terwijl 10 procent moedwillig wegblijft van het werk en dan toch betaald krijgen, ik ben er voor die 90 procent,” accentueert minister Somohardjo.
Uit de verplichte Landsdienarenregistratie is gebleken dat ruim 1000 ambtenaren zich hebben opgegeven voor vroegtijdige en vrijwillige uitdiensttreding. In eerste instantie zou deze groep in aanmerking komen voor een overbruggingsperiode van 36 maanden om hun eigen onderneming op te zetten. Dit is inmiddels teruggebracht naar 24.
Met deze gewijzigde PW wil de Biza bewindsman schoon schip houden binnen zijn ambtenarenbestand. “Want,” zegt hij, “ik heb een moeras aan gegevens aangetroffen.” Deze onduidelijkheden m.b.t de statussen van bepaalde ambtenaren zal Somohardjo in een later stadium aan het parlement overhandigen.