De Boodschap
Kabinet van de President

President Santokhi doet bloemenhulde ter nagedachtenis slachtoffers 8 december 1982

De Stichting 8 december 1982 heeft woensdag een bloemenhulde gebracht bij het monument Bastion Veere – 8 december 1982. Het monument is in 2009 opgericht ter nagedachtenis aan de 15 slachtoffers van 8 december 1982. Op deze plek werden 39 jaar geleden 15 critici van het toenmalige militair bewind zonder enige vorm van proces geëxecuteerd. Tot de aanwezigen behoorden ook president Chandrikapersad Santokhi en leden van het kabinet. Net als de nabestaanden heeft het staatshoofd ook bloemen gelegd bij de herinneringsplek.

Doelende op de 15 slachtoffers, spreekt de organisatie van helden die het ultieme offer brachten in de strijd tegen dictatuur en mensenrechtenschendingen waar onze samenleving vanaf 25 februari 1980 onder gebukt ging. “Onze vrijheid om hier vandaag te staan hebben wij mede aan hen te danken,” aldus stichtingsvoorzitter Sunil Oemrawsingh. Volgens hem streden de mannen voor democratie, recht en waarheid.

Hij zegt dat de strijd doorgaat. Voorzitter Oemrawsingh memoreerde in zijn toespraak onder meer het 8 december strafproces. Echter zijn er volgens hem tijdens de militaire dictatuur in Suriname nog tal van andere mensenrechtenschendingen geweest. Genoemd werden de gebeurtenissen in Moiwana (1986), Pokigron en langs de Tjongalanga-passie (1987). Oemrawsingh meent dat er vanuit het Openbaar Ministerie (OM) serieuzer onderzoek moet komen om een einde te maken aan de straffeloosheid.

Hij sprak dank uit aan de ondersteuning vanuit het Surinaamse volk en overige delen van de wereld om de campagne van de slachtoffers van 8 december 1982 voort te zetten. Het gaat volgens de voorzitter om een strijd voor herdemocratisering, herstel van de rechtsstaat en vrijheid, maar bovenal vervolging en berechting van de daders.

De stichtingsvoorzitter voegde eraan toe dat herdenkingen niet alleen dienen als herinnering aan het verleden, maar vooral om alertheid en bewustzijn te vergroten. Dit zodat ernstige en gruwelijke schendingen van mensenrechten in de toekomst niet herhaald worden.