De Boodschap
Economische Zaken, Ondernemerschap & Technologische Innovatie

Brandstofprijzen gebaseerd op aantal zaken

Om de brandstofprijs per liter te bepalen moet gekeken worden naar een aantal factoren. Eerst kijkt men naar wat de importeurs voor het product hebben betaald (CIF prijs). Daarnaast komen zaken als de winstmarge en de governmenttake bijkijken. Mocht de importeur de brandstof bijvoorbeeld voor een US dollarcent duurder hebben gekocht, dan zal dat ook te merken zijn aan de pomp.

Ook moet niet uit het oog verloren worden dat brandstof wordt ingekocht tegen een koers van SRD 14,29 voor een Amerikaanse dollar.  Een verschil van twee dollarcent per liter geeft al een verschil van SRD 0.30 aan de pomp.Dit zegt minister Saskia Walden van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ) . Bij iedere lading geeft de oliemaatschappij aan wat de kostprijs is. Daarnaast worden de overige genoemde zaken meegenomen. Over het algemeen zijn er per oliemaatschappij, tweewekelijkse importen. Zo gauw de voorraden binnen zijn wordt de prijs door het ministerie vastgesteld. De bewindsvrouw benadrukt dat er geen verandering is gekomen in de winstmarge te weten 5% en de governmenttake. De governmenttake is vastgesteld op SRD 3,15 per liter diesel en SRD 3,50 voor gasoline. Dit is volgens de minister al bijna zes maanden hetzelfde. De wereldmarktprijs en de transportkosten naar Suriname maken dat er verschillen komen in de pompprijzen.

Het ministerie kan volgens haar weinig invloed uitoefenen op het vaststellen van de prijs aangezien dat sterk afhankelijk is van de wereldmarktprijs. Minister Walden had graag gewild, dat de CIF prijs aan de lage kant moest zijn.

De minister merkte op, dat de oliemaatschappijen ook een situatie meemaken waarbij de brandstof tegen een dollarkoers van SRD 14,29 wordt berekend terwijl de maatschappijen tegen een hogere koers betalen dan voornoemd. Wat nu gebeurt is dat de governmenttake die een andere bestemming had, nu wordt gebruikt om de pompprijs te subsidieren.