Een negen leden tellende delegatie van de Nederlandse Tweede Kamer vertoeft momenteel voor een werkbezoek in Suriname. Het gaat om de Kamercommissie van Binnenlandse Zaken, met vertegenwoordigers van acht verschillende politieke partijen. De delegatie vertoeft van 13 tot en met 16 augustus in Suriname. Het bezoek ligt in het kader van onderzoek naar het koloniale verleden van Nederland. De vraag of het Nederlandse kabinet excuses moet aanbieden voor het Nederlandse slavernijverleden staat centraal bij dit werkbezoek.
De delegatie bestaat uit de Kamerleden Kiki Hagen (delegatieleider, D66), Salima Belhaj (D66), Inge van Dijk (CDA), Renske Leijten (SP), Kati Piri (PvdA), Jesse Klaver (GroenLinks), Don Ceder (CU), Sylvana Simons (BIJ1) en Marieke Koekkoek (Volt). Zij brengen namens de commissie voor Binnenlandse Zaken een bezoek aan Suriname, Curaçao en Bonaire. Delegatieleider Hagen geeft aan dat de commissie zich zal verdiepen in het slavernijverleden met name in de opmaak naar 2023 wanneer het feit wordt herdacht dat Nederland 150 jaar geleden de slavernij in al zijn koloniën afschafte.
Middels een plantagebezoek, gesprekken met de Commissie Slavernijverleden en het Nationaal Comité Herdenking Slavernijverleden zal de groep proberen de balans op te maken over hetgeen speelt rond het slavernijverleden in de Surinaamse samenleving. Dit onderzoek zal in een reisverslag aangeboden worden aan andere commissies en het Nederlandse kabinet. Volgens Kamerlid Hagen is een open houding erg belangrijk om zaken goed te kunnen waarnemen. “We moeten nu vooruitkijken. We moeten kijken wat er nu nodig is voor Suriname en de inwoners”, zegt de delegatieleider. Volgens haar is het belangrijk wat er over het slavernijverleden leeft in Suriname.
Er liggen ook bezoeken aan president Chandrikapersad Santokhi en de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS) in de planning. De Kamerleden bezoeken in elk land verschillende betekenisvolle plekken. Op zondag 14 augustus 2022 werd de spits afgebeten bij het Fort Zeelandia, waarna de delegatie zich begaf naar het monument van de Gevallen Helden 1902 op Mariënberg. Verder werd ook plantage Frederiksdorp aangedaan.