De Boodschap
Kabinet van de President

“Javaanse gemeenschap draagt bij aan verrijking natie”

President Chandrikapersad Santokhi heeft in het kader van 133 jaar Javaanse Immigratie zijn waardering uitgesproken voor de Javaanse gemeenschap in Suriname. Het staatshoofd is op woensdag 9 augustus eregast geweest bij de “Dag der Javaanse Immigratie” in het Openlucht Museum te Nieuw Amsterdam, Commewijne.

Dit heuglijk feit werd ook bijgewoond door vicepresident Ronnie Brunswijk. Notabelen die er ook acte de presence gaven, waren de ministers Bronto Somohardjo (Biza) en Uraiqit Ramsaran (Sozavo), parlementsvoorzitter Marinus Bee, districtscommissaris van Commewijne, Mohamedsafiek Radjab, parlementariërs en leden van het corps diplomatique.

In zijn toespraak stond het staatshoofd stil bij de ontwikkeling die de Javaanse gemeenschap heeft doorgemaakt. Volgens hem heeft deze groep ook bijgedragen aan de verrijking van Suriname. “Wij vormen samen met alle bevolkingsgroepen een natie”, benadrukte de regeringsleider. Hij riep op om deze natievorming, die gezien moet worden als Surinames rijkdom, te koesteren en verder te versterken.

President Santokhi merkte verder op dat de Javaanse gemeenschap de natie heeft verrijkt met haar cultuur, kennis, deskundigheid, zang en dans, maar ook haar culinair. Hij gaf aan dat de nakomelingen van de Javaanse immigranten zodanig zijn geëmancipeerd en geïntegreerd, dat ze in alle lagen en alle functies van de Surinaamse samenleving voorkomen. De president memoreerde in zijn felicitaties aan de Javaanse gemeenschap ook de Inheemsen in verband met Dag der Inheemsen.

Minister Somohardjo gaf aan dat het tijd is om te beseffen dat de voorouders van de Javanen alles hebben gelaten, zodat hun nazaten het nu beter hebben. Volgens hem moeten deze nakomelingen niet stil blijven zitten. “We moeten dit verzilveren”, benadrukte de bewindsman. De nieuwe generatie Javanen heeft veel overgenomen van hun voorouders, met name de goede eigenschappen zoals geduld hebben en sociaal zijn. Minister Somohardjo riep hen op om samen te werken, zodat er meer bereikt kan worden. Hij gaf aan dat zij elkaar niet als concurrenten moeten zien. Verder wenste hij de Inheemsen veel succes en kracht toe. De bewindsman sprak de hoop uit dat ook zij hun doelen kunnen bereiken.