De Boodschap
Landbouw, Veeteelt & Visserij

LVV en WUSC sluiten GAP-training succesvol af middels certificaatuitreiking

Veertig agrariërs hebben na een intensieve driedaagse training Goede Agrarische Praktijken (GAP) op het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) hun certificaat in ontvangst mogen nemen. De training welke tot stand kwam door het ministerie in samenwerking met de World University of Canada (WUSC) maakt deel uit van het vijfjarig project Sustainable Agriculture in the Caribbean (SAC). Het doel van dit project is om de economische welvaart van vrouwen en jongeren te vergroten in de duurzame landbouwmarkten in het Caribisch gebied. Het SAC-project wordt momenteel uitgevoerd in Dominica, Guyana, Jamaica, Sint Lucia en Suriname.

Binnen dit project is de GAP-training speciaal voor landbouwers samengesteld op basis van internationale eisen voor agrarische producten. Het ministerie en WUSC beogen hiermee de kennis en bewustwording van landbouwers te vergroten, zodat zij gericht gewassen kunnen verbouwen die voldoen aan de voedselveiligheidstandaarden om desgewenst toegang te verkrijgen tot de exportmarkten. Middels een vol en leerrijk programma verzorgd door LVV-deskundigen onder leiding van Nitin Ramcharan hebben de participanten interactief de nodige kennis opgedaan in onder meer hygiëne op het veld, toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, herkennen en bestrijding van ziekten en plagen en traceerbaarheid. Ook het juiste gebruik van Personal Protective Equipement (PPE) werd breedvoerig behandeld waarbij duidelijk naar voren kwam dat dit schijnbaar simpel onderwerp toch veel meer diepgang had dan men dacht.

Het is van groot belang dat deze training uiteindelijk door alle boeren wordt gevolgd omdat niet alleen exportproducten aan strenge eisen moeten voldoen maar ook de producten op de lokale markt. Directeur Anand Ramkisoensing van Landbouwkundig Onderzoek, Afzet en Verwerking die de participanten tijdens de certificaatuitreiking toesprak gaf aan dat regelgeving niet zomaar wordt gemaakt. “Het is ter ondersteuning van onze veiligheid, in deze, de voedselveiligheid. En het is de bedoeling dat u de opgedane kennis niet voor u zelf houdt, maar deze deelt met uw naasten”, aldus de directeur. De GAP-participanten zijn tevreden en kijken nu al uit naar meerdere trainingen.