De regering is volgens minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) voorstander van een integrale aanpak van de toerismesector in Suriname. Bij de voortzetting van de behandeling van de ontwerpwetten Toerisme Raamwet en Wet Suriname Toerisme Autoriteit op donderdag 13 april in De Nationale Assemblee (DNA), zei de bewindsman dat met deze twee wetsproducten een aantal nationale vraagstukken ook meteen integrale oplossingen vereisen. Minister Jubithana noemt onder meer het veiligheidsvraagstuk, afvalverwerking, het milieuvraagstuk, de gezondheidszorg; infrastructuur, de grondenrechten en de rol van parastatale bedrijven.
“Het betreffen vraagstukken en randvoorwaarden die een wezenlijke bijdrage moeten leveren aan de verdere ontwikkeling van het toerisme. Vandaar dat wij ook een voorstander zijn van een integrale aanpak”, aldus de TCT-minister. Ten aanzien van het veiligheidsvraagstuk zegt hij dat de regering zich er terdege van bewust is dat een toerist een destinatie niet zal bezoeken indien de veiligheid en zekerheid niet gewaarborgd zijn. De bewindsman stelt dan ook voor om – los van de twee wetten – ook een interdepartementale toerisme coördinatiecommissie in het leven roepen om de algemene randvoorwaarden integraal aan te pakken. Ook de private sector zal in dit proces betrokken moeten worden.
Minister Jubithana stond ook stil bij discussies omtrent de begrippen toerisme en toerist in de ontwerpwetten, waarbij onder meer de definitie van toerisme werd vergeleken met definitie toerist en voorgesteld werd deze te herschrijven. De bewindsman spreekt van een waardevolle discussie, met als resultaat dat de regering meegaat met het voorstel om in beide wetten de definitie van toerisme te wijzigen. De nieuwe definitie werd door de TCT-minister als volgt omschreven: “De tijdelijke verplaatsing (korter dan een jaar) van personen buiten hun normale werk- en of woonplaats met een ander doel dan al daar te wonen of te werken.” De definitie omvat ook de activiteiten van mensen gedurende hun verblijf in deze bestemmingen en de daarvoor nodige faciliteiten en diensten. Volgens minister Jubithana behoeven ook de begrippen bezoeker, toerist en excursionist verduidelijking.
“Bij een bezoeker gaat het om eenieder die zijn vaste woon- en of verblijfplaats verlaat voor elk ander doel dan aldaar te wonen of te werken. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen resident en non-resident.” De bezoekers kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën. “Een bezoeker die langer dan 24 uur en korter dan een jaar ergens vertoeft, is een toerist. Ook hier is er geen onderscheid tussen resident en non-resident”, aldus de bewindsman. Hij benadrukt dat de bezoeker die korter dan 24 uur ergens vertoeft – ongeacht het doel – een excursionist is. Grenzen spelen in deze ook geen rol. Als voorbeeld noemt de minister personen die voor een dag de grens naar Frans-Guyana oversteken. Hij geeft aan dat de definities zijn afgeleid van VN Wereldorganisatie voor Toerisme (UNWTO) en de Caribische Toerisme Organisatie (CTO).