De Boodschap
Volksgezondheid

Minister Ramadhin en vader Van de Leuv voeren openhartig gesprek

Op 6 augustus 2022 kwam kindje Isabelle van de Leuv te overlijden op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP). Op basis van mogelijke omstandigheden en feiten die zouden hebben geleid tot het overlijden, werd door minister Ramadhin van Volksgezondheid terstond een onderzoek gelast. Dit onderzoeksteam, onder leiding van de directeur van Volksgezondheid, Rakesh Gajadhar Sukul werd gevraagd om op basis van de beschikbare informatie, onderzoek te doen in deze kwestie.

Nadat het onafhankelijk onderzoek afgerond was, is de vader van kindje Isabelle van de Leuv op de hoogte gesteld van het resultaat. Dit vond plaats in een overleg tussen hem en het onderzoeksteam. Tevens werd de minister geïnformeerd over het resultaat en besloot hij om de heer Van de Leuv uit te nodigen voor een gesprek. Dit gesprek vond plaats op maandag 19 december 2022 ten kantore van de minister.

Er werd openhartig gesproken over de conclusie en aanbevelingen welke uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. Zowel de minister als de heer Van de Leuv waren het eens over de inhoud van dit onderzoek en is het vervolgtraject ook besproken.

Een aantal aanbevelingen uit dit onderzoek zijn inmiddels in uitvoering gebracht bij de SEH van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Ouders Van de Leuv willen middels een opgerichte Stichting, genaamd Stg. Isabelle een bijdrage leveren aan het verbeteren van het lot van kinderen in het algemeen, maar voornamelijk voor kinderen in kindertehuizen.

De minister heeft in dit gesprek aangegeven dat op basis van de doelstellingen van de stichting zoveel als mogelijk, passend binnen de beleidsgebieden van het ministerie, ondersteuning geboden zal worden aan de stichting.

“Wij moeten ervoor zorgen dat deze situatie zich nooit meer herhaalt, bij niemand en bij geen enkel kind in geen enkele gezondheidsinstelling”, waren de woorden van zowel vader Van de Leuv als minister Ramadhin. Afgesproken is dat op korte termijn de stichting een ondersteuningsbrief mag verwachten van de minister. Ook zijn er potentiele gebieden besproken waar de samenwerking op zal worden gericht.