De Boodschap
Kabinet van de President

Minister Ramdin gaat in op actuele ontwikkelingen buitenlandsbeleid

Tijdens de persconferentie vanuit de vergaderzaal van het ministerie van Buitenlandse zaken, International Business en Internationale Samenwerking, ging minister Albert Ramdin in op vragen van de aanwezige pers betreffende zaken de Surinaamse gemeenschap rakende. Dit vond plaats op 24 februari 2022.

De bezorgdheid over de inval van Rusland in Oekraïne werd geuit en gevraagd werd naar Surinames standpunt hierover. De bewindsman gaf aan dat Suriname sowieso geweld uitsluit en altijd de weg van dialoog volgt. Op grond hiervan blijft Suriname de opinie van de Caricom en de VN volgen. Zodra er een statement verwacht wordt zal Suriname van zich laten horen. Verder is aangegeven dat als gevolg van deze inval, olie en gasprijzen in de wereld zeker zullen stijgen. Vooralsnog geldt de in Suriname aangekondigde maatregel nog steeds dat de benzineprijs elke maand aangepast zal worden.

Zaken zoals het gedoogbeleid van het Tigri gebied en het gebruik van een verkeerde Surinaamse kaart door het ministerie van Buitenlandse zaken van Nederland, kwamen eveneens aan de orde. Minister Ramdin gaf te kennen dat er met betrekking tot het betwist gebied, officieuze gesprekken met Guyana op de agenda staan en dat wij in afwachting zijn op de resultaten van de grenscommissie. De kwestie van de verkeerde kaart, waarbij het grensgebied Tigri niet aan Suriname toebehoort, is aangehaald en ook Surinames visie hierover is meermalen aangegeven. Indien Nederland ervanuit gaat dat zij gebruik maken van een kaart van de cartografische afdeling van de VN, en haar geen blaam treft, zal Suriname ervoor moeten zorgen dat deze de juiste kaart ontvangt ter gebruik.

Tevens ging minister Albert Ramdin in op de suggestie van de gemeenschap dat de regering “snoepreisjes” plaatst onder de noemer “dienstreizen”. Daarop gaf de minister aan dat geen enkel land op zichzelf staat en dat Suriname zich als lid van diverse wereldorganisaties dient te vertegenwoordigen in de wereld. “Buitenlands beleid is nodig en een land moet zichzelf laten zien in de wereld. De reizen moeten niet worden gezien als kostenpost maar als een investering aangezien de missies zich terug moeten verdienen, en dat gebeurt al”, aldus de regeringsfunctionaris.