Het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing (NCCR) en het Kinderfonds van de Verenigde Naties (Unicef) zijn hoopvol gestemd over het voortzetten van steun zijdens de Nederlandse regering. Dit is kenbaar gemaakt tijdens het bezoek van de Nederlandse minister Liesje Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan het NCCR. Het bezoek vond plaats in het kader van het partnerschap tussen de Nederlandse regering, het United Nations International Childrens Emergency Fund (Unicef) en NCCR.
Nederland was gedurende de overstromingen in het binnenland ingekomen met vooral steun naar kinderen die slachtoffer waren geworden van deze situatie.
Irfan Akhtar, Unicef-vertegenwoordiger voor Guyana en Suriname, toonde zich hoopvol gestemd dat na de ontmoeting met de bewindsvrouw, de Nederlandse regering de steun zal continueren. “We hebben met de delegatie gesproken over de snelle reactie vanuit Nederland en de behaalde resultaten. Ook wilde zij de prioriteiten bespreken met betrekking tot paraatheid op eventuele toekomstige rampen en hoe wij voorbereid kunnen zijn op welke vorm van ramp dan ook”, aldus de Unicef-functionaris.
Volgens hem is er ook gesproken over de verdere samenwerking en het vervolg op ondersteuning en hulp bij rampen. Akhtar legde vooral de nadruk op de vertrouwensbasis die er bestaat tussen het Unicef en het NCCR. Hij gaf aan dat de jarenlange samenwerking voort zal blijven bestaan aangezien de doelen van het NCCR overeenkomen met die welke het Unicef nastreeft, namelijk zich inzetten voor het welzijn van kinderen.
NCCR-coördinator kolonel Jerry Slijngard toonde zich ingenomen dat zij die de steun verlenen nu persoonlijk aanwezig zijn om te zien en te vernemen welke hulp aan de bevolking in de getroffen gebieden is verleend. Hij gaf breedvoerig uitleg over de noodsituatie en dat er thans sprake is van herstel. De Nederlandse delegatie had er, volgens de kolonel, alle begrip voor dat er nu andere prioriteiten gesteld worden, zoals schoonmaak- en herstelwerkzaamheden en herstart van het onderwijsproces. Minister Schreinemacher kreeg een overzicht van de levensmiddelen, hygiëne artikelen en speelgoed die gedoneerd waren en toonde zich content met de wijze waarop deze donatie is ingezet.