De Boodschap
Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken

Necrologie ter ere van Thomas van Genderen, de pionier op het vlak van vakbondseducatie

Minister, directie, staf en personeel van het ministerie van Arbeid Werkgelegenheid & Jeugdzaken (AWJ) hebben deze week het droevig bericht ontvangen dat de stichter van het ‘Scholingsinstituut voor de Vakbeweging in Suriname’ (SIVIS), de heer Thomas van Genderen op 97 jarige leeftijd het tijdelijke met het eewige heeft verwisseld. Van Genderen was niet alleen de stichter, maar ook de eerste directeur van het SIVIS, die 23 jarenlang leiding heeft gegeven aan dit instituut en wel in de periode van 1969 tot 1992.

Van Genderen is op 1 september 1968 in dienst getreden van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. Hij werd tewerkgesteld op de afdeling Research die toen onder leiding stond van de heer Donald Mac Leod. Hij is aangetrokken door minister Johan Kraag op instigatie van de directeur van het ministerie de heer F. Pinas die bekend was met de jarenlange buitenlandse ervaring en expertise van Van Genderen op het vlak van vakbondseducatie. Van Genderen was in de tweede helft van de jaren zestig als docent verbonden aan ‘The Afro Asian Institute for Labour Studies and Cooperation’ dat gevestigd was in Israel. Een instituut dat zich richtte op vakbondswerkers uit Afrika en Azië met de focus op het bevorderen van sociale rechtvaardigheid door middel van het vakbondswerk en alzo een evenwichtige machtsverhouding te waarborgen tussen werknemers en werkgevers in hun land. Hij was ook betrokken bij het ontwikkelen van het curriculum bij het bedoelde instituut. Van Genderen viel door zijn interactieve en boeiende leermethode op bij een Nederlandse delegatie, bestaande uit vakbondsleiders van de drie grootste Nederlandse vakcentrales, die in februari 1968 in het kader van een uitwisselingsprogramma een werkbezoek had gebracht aan het bedoelde instituut in Israel.

Toen de Nederlandse delegatie erachter kwam dat Van Genderen een Surinaamse achtergrond had, was dat voor hen aanleiding om hem te interesseren voor het opzetten van permanente vakbondseducatie  in Suriname dat moest resulteren in de verdere ontwikkeling van het vakbondswerk in ons land. Uit het gesprek met de Nederlanders is toen gebleken dat onze ministerie van Arbeid en Sociale Zaken op dat moment naar mogelijkheden zocht in Nederland om op gezette tijden middels workshops en seminars onze vakbondsleiders te onderwijzen in het vakbondswerk, met name in het toepassen van collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Het ministerie was toen bezorgd over het feit dat vakbondswerkers niet voldoende uit de verf kwamen om cao’s te sluiten voor hun leden, ondanks de wet op CAO’s in 1962 werd ingevoerd. Het ministerie had de overtuiging dat cao’s van cruciaal belang konden zijn voor werknemers, omdat ze als een uitstekend middel werden beschouwd voor het verbeteren van  arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden, afgezien van het gegeven dat cao’s de mogelijkheid bieden om collectief en vreedzaam op te komen voor belangen van werknemers. Ook moest vakbondseducatie leiden tot minder arbeidsonrust in die dagen.

Een tekortkoming die door het ministerie werd geïdentificeerd in die dagen was het gebrek aan permanente vakbondseducatie. Het ministerie zag graag dat vakbondswerkers beter uit de verf zouden komen in het streven naar verdere lotsverbetering van de werkenden in ons land. De oplossing werd gezocht in vakbondseducatie. In Suriname ontbrak in die dagen de expertise in labour Education. Tegen deze achtergrond werd Van Genderen geënthousiasmeerd door de Nederlandse vakcentrales om terug te keren naar zijn land met de bedoeling een voorhoede rol te spelen bij het opzetten van een instituut voor vakbondseducatie. Zijn liefde voor Suriname en een warm hart dat hij toe droeg aan de werkende klasse in ons land, waren op dat moment zijn drijfveer om zijn ‘dikbelegde boterham’ in Israel op te geven voor zijn nieuwe missie in Suriname. In juni 1968 keerde hij terug en werd verwelkomd op het ministerie als de man die het idee en het voornemen voor permanente vakbondseducatie in Suriname handen en voeten moest geven.

Voorafgaand aan de oprichting van het SIVIS heeft hij zijn internationaal netwerk gemobiliseerd om technische assistentie te verlenen en financiële middelen beschikbaar te stellen voor het opzetten van het scholingsinstituut. De gevraagde steun en middelen kreeg hij ook, met name vanuit de vakbeweging in Nederland. Alle vakcentrales in ons land werden door hem geconsulteerd en betrokken bij de oprichting van dit instituut. Zijn ijverige aanpak resulteerde in de oprichting van het SIVIS op 15 januari 1969 toen de akte van de stichting de notaris passeerde. Op 21 mei 1969 werd de stichtingsakte gewijzigd op basis van nieuwe beleidsinzichten. Deze datum beschouwt het SIVIS als zijn oprichtingsdatum. Van Genderen werd als directeur aangesteld en hij kreeg de volledige ondersteuning van het bestuur bij de uitvoering van zijn werk.

Het ministerie van AWJ erkent dat Van Genderen als stichter, tevens als eerste directeur van het SIVIS, veel heeft betekend voor de kwalitatieve ontwikkeling van het vakbondswerk in ons land. Hij geloofde in vakbondseducatie als middel bij uitstek voor het bevorderen van sociale rechtvaardigheid, gelijkheid, non-discriminatie, veiligheid en gezondheid, betere werkomstandigheden en eerlijke behandeling op de werkplek. Door vakbondseducatie heeft hij gezorgd voor bewustwording onder vakbonden over verschillende aspecten die verband houden met werk en arbeidsverhoudingen, zoals rechten, plichten, collectieve acties en collectieve onderhandelingen. Door vakbondsleiders te voorzien van de nodige kennis en vaardigheden zijn zij vandaag de dag beter in staat om voor hun leden op te komen en het welzijn van werknemers mede helpen te bevorderen. Kortom, hij heeft middels vakbondseducatie bijgedragen aan goede arbeidsverhoudingen tussen vakbonden en werkgevers, waardoor de belangen van werknemers tegenwoordig beter kunnen worden behartigd, arbeidsrechten worden beschermd, arbeidsgeschillen harmonieus kunnen worden opgelost, en beleid kan worden beïnvloed in het belang van loontrekkers.

Het ministerie condoleert de samenleving, in het bijzonder de vakbweging, met het heengaan van de pionier op het vlak van vakbondseducatie in Suriname. Zijn visionaire benadering, creativiteit, moed en doorzettingsvermogen, innovatie, leiderschap en het doorbreken van grenzen ter verbetering van het  vakbondswerk, heeft generaties vakbondswerkers geïnspireerd. Hij was een echte leider in zijn vakgebied.