De Boodschap
Kabinet van de President

Overtollig water binnenland toont dalende trend

“We willen de mensen bewust maken dat als de natuur in de grote regentijd weer enorme regenval met zich meebrengt, dat we kunnen verwachten dat we deze situatie weer zouden kunnen krijgen.” Het voorgaande zei kolonel Jerry Slijngard, coordinator van het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR), tijdens een persconferentie op vrijdag 25 maart. Hij doelt hiermee ook op de recente overstromingen in voornamelijk het achterland van Suriname. De functionaris trekt aan de bel, omdat gebleken is dat de overstromingen in diverse gebieden – in voornamelijk het zuiden van Suriname – zich in de kleine droge tijd hebben voorgedaan.

De overstromingen in de gebieden Tapanahony, Coeroenie, Boven Coppename, Boven Saramacca, Witagron, Tibiti en Creola zijn allemaal in relatie geweest met springvloed ten gevolge van volle maan en veel regen. Volgens kolonel Slijngard is het overtollige water op diverse manieren gestegen. “Op dit moment zijn wij aan het nagaan hoe wij de mensen die getroffen zijn in de districtsgebieden toch nog een goede plek kunnen geven, zodat zij zichzelf kunnen behelpen in de periode waarin hun huis en haard nog onder water staat.”

De NCCR-coördinator merkt op dat er momenteel sprake is van een dalende trend van het water. De situatie van de overstromingen is intussen gemeld bij diverse Caricom-instituten. Suriname heeft een situatierapport overgedragen en ook een behoeftelijst. “Aan de bevriende naties is gevraagd hoe zij zouden kunnen inkomen met de middelen die zijn aangevraagd”, zegt kolonel Slijngard. Hij voegt eraan toe dat er momenteel een evaluatie gaande is om wederom noodhulppakketten te verstrekken aan de getroffenen. Naast woningen, scholen en gezondheidsklinieken zijn ook gemeenschapscentra waar personen uit de getroffen gebieden naar toe geëvacueerd konden worden, onder water gelopen.