De Boodschap
Kabinet van de President

President Murmu maakt kennis met Hindoestaanse immigratiegeschiedenis

De Indiase president Droupadi Murmu heeft op de derde dag van haar staatsbezoek aan Suriname een drukke agenda afgewerkt. Zij heeft middels diverse bezoeken aan organisaties en monumenten kennis mogen maken met de immigratiegeschiedenis van de Hindoestanen. De dag begon in de ochtend met een bezoek aan het Lalla Rookh Museum. Het museum is gevestigd in het Lalla Rookh-complex dat beheerd wordt door de Nationale Stichting Hindoestaanse Immigratie (NSHI). “De collectie van het museum omvat artefacten en relikwieën die vele facetten onthullen van de moeizame reis die de Hindoestaanse gemeenschap 150 jaar geleden vanuit India naar Suriname ondernam.” Hierna heeft president Murmu de historische tempel van de verenging Arya Dewaker bezocht. In 2001 opende de vereniging in Paramaribo de grootste hindoetempel van het land. Het heiligdom aan de Johan Adolf Pengelstraat trekt bezoekers uit de hele wereld.

President Murmu is door zingende kinderen van de Maharishi Dayanand kinderhuis verwelkomt in de mandir van de Arya Dewaker. Zij heeft de kinderen begroet die met Surinaamse vlaggen naar haar zwaaiden. Het Indiase staatshoofd heeft een rondleiding gehad en toonde zich bijzonder geënthousiasmeerd met de geschiedenis van de tempel die ook op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat. Tijdens de internationale conferentie van de Arya Samadj in New Delhi in 2018 werd de Surinaamse tempel gekozen tot de beste Arya Samadj tempel in de wereld. President Murmu is hierna op bezoek geweest bij de grootste hindoevereniging van Suriname, De Sanatan Dharm Maha Sabha Suriname. Ze is te gast geweest bij de Shri Vishnu Mandir aan de Koningstraat, welke het hoofdkwartier is van de vereniging. Het staatshoofd onder begeleiding van diverse hindoepriesters deelgenomen aan authentieke Sanatan Dharma rituelen zoals voorgeschreven in de veda’s. President Murmu is onder de indruk hoe de hindoecultuur nog in haar zuivere vorm gewaarborgd is gebleven in Suriname.

De staatshoofden hebben ook een bezoek gebracht aan het standbeeld van Mahatma Gandhi. Zij hebben een hulde gebracht aan de icoon voor geweldloos verzet tegen racisme, discriminatie en kolonialisme door kransen te leggen bij het standbeeld. In 1960 werd in Paramaribo aan de Knuffelsgracht (bij de Heiligenweg) het bronzen standbeeld van Gandhi onthuld. In veel landen zijn standbeelden van hem te vinden en straten of pleinen naar hem vernoemd, zoals in landen waar nazaten van ex-contractarbeiders zich hebben gevestigd: Suriname, Guyana, Trinidad & Tobago, Mauritius en Fiji. In deze landen wordt hij niet alleen door veel Hindoestanen beschouwd als inspirator, maar ook als strijder tegen het systeem van contractarbeid. Gandhi wordt in Suriname naast zijn geboortedag ook op 5 juni herdacht, de dag waarop er elk jaar in Suriname wordt herdacht dat de eerste Brits-Indische contractarbeiders in 1873 met het zeilschip Lalla Rookh in Suriname aankwamen.

Na de hulde aan Gandhi zijn beide presidenten op bezoek geweest bij het monument voor Gevallen Helden 1902 te Mariënbrug in het historierijke district Commewijne. De geschiedenis leert ons dat op plantage Mariënburg in het op 30 juli 1902 zestien Brits-Indische contractarbeiders door de Nederlandse koloniale machthebbers in koelen bloede werden geëxecuteerd. De staatshoofden hebben kransen gelegd bij het monument op verzetshelden te eren. President Murmu heeft van voorzitter Dharm Mungra van de Stichting Gevallen Helden 1902 een korte weergave gehad van de geschiedenis over het trieste gebeuren. Hij noemt het een zwarte bladzijde binnen de historie van de Hindoestaanse immigratie.