De Boodschap
Kabinet van de President

President Santokhi beëdigt ambassadeur Nederland

Later op maandag 28 december 2020 wordt door president Chandrikapersad Santokhi Surinames ambassadeur voor het Koninkrijk der Nederlanden beëdigd. Deze mededeling deed het staatshoofd maandag tijdens de eindejaarspersconferentie, die hij samen met vicepresident Ronnie Brunswijk heeft belegd. Het benoemen van een ambassadeur voor Nederland is in het kader van het herstellen en intensiveren van de internationale en multilaterale relaties zodat Suriname internationaal weer een waardige positie geniet.

Dit geschiedt in het kader van het bevorderen van onderlinge samenwerking, maar ook in het kader van het aantrekken van investeringen in ons land. Zodat welvaart en welzijn binnen onze samenleving kunnen worden verbeterd. Met verschillende landen, waaronder Guyana, Frankrijk en Frans-Guyana, de Verenigde Staten van Amerika, India, Brazilië en Nederland zijn de bilaterale betrekkingen reeds hersteld en verbeterd.

Daarnaast werkt de regering eraan om Suriname visumvrij te maken, maar ook om het reizen naar Europa – waaronder Nederland –  visumvrij te maken. Er wordt op dit moment geïnvesteerd in de verbetering van onze paspoortsystemen om dit mogelijk te maken. Dit met het doel om toerisme en handel te bevorderen. Het staatshoofd merkt in het algemeen op dat met het aantreden van zijn regering, die gebaseerd is op grondslagen van rechtsstatelijkheid en betrouwbaarheid, er veel belangstelling is bij andere landen om samen te werken met Suriname.

Hij zegt dat ook investeerders zich massaal aanmelden bij de Foreign Direct Investment Unit van het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS). President Santokhi noemt de belangstelling overweldigend en voegt eraan toe dat de toegenomen belangstelling van landen en van private investeerders om de betrekkingen met ons land te versterken, ten goede zal komen aan de Surinaamse burger. “Die zal hier de vruchten van plukken door toegenomen werkgelegenheid en toegenomen kapitaalverkeer.”