Om Suriname uit het slop te halen, zal de regering Santokhi bezuinigen en tegelijkertijd aangeven hoe haar crisisbeheersing eruit ziet. Er is een financieel economisch crisisteam binnen de regering, dat concreet zal aangeven hoe het pakket van bezuinigingsmaatregelen eruit ziet. President Chandrikapersad Santokhi heeft op dinsdag 1 september in de Nationale Assemblee de vensters van deze maatregelen belicht.
Het eerste is alvast de verhoging van de governmenttake. Hierover zei het staatshoofd: “We hebben er maar eentje eruit gelicht, de govermenttake, omdat we die salarissen niet konden betalen.” Het staatshoofd beloofde hierop terug te zullen komen. Dan zal het parlement kunnen zien hoeveel extra druk op personeelskosten rust door de aantrekking van duizenden mensen last minute.
Venster 2 in de categorie van maatregelen is het voeren van overleg met de vakbonden en het bedrijfsleven. President Santokhi liet hierbij alvast weten dat de Sociaal Economische Raad (SER) op 7 september wordt geïnstalleerd. Het pakket aan maatregelen, waarover er overlegd wordt met vakbonden en bedrijfsleven, zal aan de SER worden aangeboden. Na de inzichten van de raad en het volledig finaliseren van het pakket, zal dit aan parlement worden gepresenteerd, als het kan op de eerste dag van de jaarrede op 29 september.
President Santokhi: “Het derde venster is dat we praten met multilaterale instituten zoals IMF, IDB en Wereldbank om ook daar de technische bijstand te krijgen om onze hoge schuldpositie en hoge rentes te herstructureren met een goed crisisbeheersingsplan.
In het vierde traject wordt gekeken naar commerciële leningen. Het staatshoofd merkte op dat de internationale kapitaalmarkt wel stil ligt, maar dat er momenteel heel wat aanbieders zijn die met Suriname naar mogelijkheden willen zoeken om goedkoop kapitaal aan te trekken. Kapitaal om voor lange termijn het probleem in Suriname op te lossen als het gaat om de financiering van de economie en het land zo snel mogelijk uit de crisis te halen.
Tenslotte worden er gesprekken gevoerd met bilaterale overheden cq. bevriende naties om ook van hun de nodige ondersteuning te krijgen. “Dat is onlangs gebeurd met Nederland. Dat gaat binnenkort ook gebeuren met andere bevriende naties met wie we in overleg zijn,” aldus het staatshoofd.