De Boodschap
Kabinet van de President

President Santokhi noemt buitenlandse reizen investeren in diplomatieke samenwerking

Buitenlandse reizen moeten meer gezien worden als investeringen in diplomatieke samenwerking, Zo stelde president Chandrikapersad Santokhi op maandag 7 maart 2022 in het bel en vraag-programma “Bel, Tak Nanga Deng Tiri Man” bij Radio SRS. Het staatshoofd dat pas is teruggekeerd van deelname aan de 33ste Tussentijdse Caricom Staatshoofdenvergadering in Belize, erkent dat de deelname aan buitenlandse activiteiten geld kost. Echter moet volgens hem gekeken worden naar hetgeen dat daartegenover teruggekregen wordt in de vorm van investering, kapitaal of bijstand.

President Santokhi wees erop dat Suriname mede dankzij buitenlandse diplomatie gedurende Covid-19 pandemie vaccins heeft ontvangen alsook steun in de vorm van zuurstof en gezondheidswerkers. Hij brengt de bijeenkomst van de Caribische regeringsleiders vooral in verband met de huidige situatie in Europa, namelijk de invasie van Rusland in Oekraïne. De impact van deze ontwikkeling laat zien dat Caribische landen met elkaar moeten samenwerken en hun grenzen opengooien.

President Santokhi noemt samenwerking in regionaal verband niet alleen een grote uitdaging, maar een waarbij de bevolkingen beschermd moeten worden tegen de gevolgen van de oorlog in Europa. Daarnaast zullen Caribische landen de olievoorraden in de regio moeten reserveren en werken aan hun voedselproductie. Het Surinaamse staatshoofd spreekt van strategische zaken die besproken zijn tijdens de bijeenkomst in Belize en die de volle aandacht van de regeringsleiders behoeven.

Hij zegt dat deze strategische zaken niet meteen in geld zijn om te zetten. Een van de voornaamste is wel dat er meer waarde aan de eigen productie wordt gegeven. Zowel de situatie in Europa als het streven tot hechtere samenwerking binnen de Caricom bieden Suriname kans om de nationale productie weer waarde geven c.q. op te voeren. President Santokhi wijst erop dat er zaken van buiten op ons kunnen afkomen, welke buiten onze invloedsfeer liggen, maar welke wij wel onder controle kunnen krijgen.

In dit kader wijst hij ook op het sociaal vangnet dat de regering heeft opgesteld. Het gaat om een zeer uitgebreid programma hoe de regering gezinnen, kwetsbare groepen, gepensioneerden, AOV-trekkers en zij die financiële bijstand genieten, wil tegemoetkomen. Hij merkt op dat de inflatie momenteel ongeveer 60% bedraagt, maar dat er meer dan 150% aan de samenleving teruggegeven wordt. De financiële bijstand is in de buurt van 3000%. Hij erkent dat dit niet voldoende is, en dat de regering daarom meer wil geven.