De Algemene Vergadering van de UNESCO heeft in 2005 het verdrag ter bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen aangenomen, kortweg het UNESCO Verdrag 2005. Suriname is het enige land in de regio dat zich nog niet aan deze conventie heeft gecommitteerd. Om dit proces op te starten is het directoraat Cultuur bijeengekomen met belanghebbenden, waaronder vertegenwoordigers uit de culturele en creatieve sector. Dit gebeurde tijdens een stakeholdersmeeting op donderdag 26 januari 2023.
Volgens Vidya Narain (Secretaris-Generaal bij de Nationale Unesco Commissie) heeft ratificatie van het verdrag voordelen voor de Surinaamse cultuursector. Zo kunnen er fondsen beschikbaar komen voor de verdere ontwikkeling van deze sector; uitwisselingsprojecten tot stand komen en zijn er mogelijkheden tot maximale participatie van het maatschappelijk middenveld. Daarnaast zou er een cultuurfonds opgezet dan wel geheractiveerd kunnen worden. Het kan ook een substantiële bijdrage leveren aan het versterken van de nationale cohesie en bescherming van het nationale erfgoed. Verder biedt de conventie ook de tools voor bewustwording van de creatieve cultuur. Ook kan het als bouwsteen dienen voor instrumenten die menselijke identiteit beschermen en bevorderen.
De stakeholdersmeeting vloeit voort uit het voornemen voor een conferentie over creatieve industrieën, die op zich in verband stond met het Caricom-voorzitterschap van president Chandrikapersad Santokhi. Het staatshoofd gaf aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur de opdracht deze conferentie voor te bereiden. Hiervoor werd er een werkgroep ingesteld. Men kwam echter tot de conclusie dat er geen conferentie gehouden kan worden indien de acties niet in place zijn. Besloten werd te kijken naar het UNESCO Verdrag 2005 dat de beschermende regels biedt voor de sector.
Tijdens de bijeenkomst waren dan ook vertegenwoordigers van verschillende organisaties aanwezig, waaronder inheemse groepen, de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), de Surinaamse Caricom-Jeugdambassadeur Matai Zamuël en SDG-Jeugdambassadeur Chermain Pansa. De meeting bestond uit presentaties van Narain, Ashvini Gangadin (beleidsadviseur directoraat Cultuur) en via Zoom van Yuri Peskhov als regionale vertegenwoordiger van de Unesco. Daarnaast werden de aanwezigen ook toegesproken door onderwijsdirecteur Danielle Rosario, Caricom ambassadeur Chairmé Konigferander (namens het ministerie van BIBIS) en Cultuurdirecteur Roseline Daan.
Gangadin die het verdrag uiteenzette, gaf aan dat dit het beschermen en bevorderen van de diversiteit aan cultuuruitingen tot doel heeft. Om het ratificatieproces in te zetten is er een raadsvoorstel nodig. Narain pleitte op dit stuk voor een aanpassen van wetgeving en een sterke band tussen overheid en private sector. Konigverander zegt dat het ministerie van BIBIS nauw samenwerkt met de vakministeries om ratificatie van internationale verdragen te bewerkstelligen. Ratificatie van het UNESCO Verdrag 2005 kan volgens haar uitdrukkelijk door het parlement behandeld of stilzwijgend worden aangenomen. Zamuël en Pansa bleven stilstaan bij de rol van jongeren in het overeind houden van de cultuursector, tevens maakten zij een link naar de duurzame ontwikkelingsdoelen.
Unesco-vertegenwoordiger Peshkov gaf aan welke Caribische landen tot nog toe profiteren van het verdrag: Antigua and Barbuda, Jamaica, Barbados, Grenada, Saint Lucia en Saint Vincent and the Grenadines. In de afgelopen jaren zijn er volgens hem negen projecten ontwikkeld, waarvan in totaal negen landen profiteren en een totaalbedrag van USS 572, 222 is geïnvesteerd. De Unesco-functionaris legde ook de nadruk op samenwerking tussen de publieke en private sector. Cultuurdirecteur Daan benadrukte dat een cruciaal aspect bij ratificatie is te erkennen dat Suriname als land ervoor moet zorgen dat zijn culturele diversiteit bewaard wordt. Het verdrag herbevestigt volgens haar ook de soevereine rechten van de landen.