De Boodschap
Kabinet van de President

Regering wil vaart achter loononderhandelingen en uitvoering projecten

President Chandrikapersad Santokhi ziet graag meer vaart achter de onderhandelingen tussen de vakbonden en het onderhandelingsorgaan van de overheid. Zo ziet het staatshoofd ook snel een selectie van projecten die de regering van plan is uit eigen begroting uit te voeren. Tijdens een op maandag 7 maart 2022 belegde persconferentie zei president Santokhi dat het de plicht van de regering is om de brede lagen van de samenleving tegemoet te komen. Hij merkt op dat er reeds forse verhogingen zijn gegeven, die veel hoger zijn dat de inflatiepercentages. Daarnaast wordt er nog onderhandeld met de vakbonden.

“Ik heb al instructies gegeven aan het team van ministers om samen met het onderhandelingsorgaan meer vaart te zetten bij die onderhandelingen”, zegt het staatshoofd. Hij merkt op dat de regering niet kan geven wat ze niet heeft, maar tot juli alvast wil geven wat er is. Ook dan worden de onderhandelingen voortgezet. De regering zal nagaan wat zij nog meer kan besparen of aan inkomsten binnenkrijgt zodat zij vanaf juli tot december kan inkomen, totdat de koopkracht bereikt is. De regering werkt momenteel aan het stabiliseren van de economie en doet er alles dat deze niet destabiliseert. Zij wil goed voorbereid en goed berekend de koopkrachtversterking geven. “Ik hoop dat de vakbonden, het regeringsteam en het onderhandelingsorgaan dit afhandelen de komende weken, en ik hoop dat men in maart alvast die verhoging kan krijgen”, voegt het staatshoofd eraan toe.

De president meent dat op basis van waarover de regering beschikt, zaken gefaseerd beter uitgevoerd kunnen worden. Zo moet er ook rekening mee gehouden worden dat de financiële huishouding verder ter hand genomen moet worden, in die zin dat schulden nationaal en internationaal nog afgelost moeten worden. Daarnaast is er nog het IMF-programma, daaromtrent moet er geen misverstand bestaan. Voor wat betreft het IMF-programma dat goedgekeurd is eind 2021, krijgt Suriname totaal 688 miljoen Amerikaanse dollars verdeeld over drie jaren. In 2021 is na die goedkeuring de eerste tranche gestort van 65 miljoen, dus er rest nog drie jaren. 2022 krijgen we een tranche van 228 miljoen, 2023 230 miljoen en 2024 174 miljoen.

Een bedrag van 200 miljoen is gereserveerd voor de begrotingssteun, al die andere gelden zijn bestemd voor de betalingsbalanssteun, bestemd voor de Centrale Bank, omdat daar reserve is opgemaakt, daar moet alles weer opgebouwd worden. De 200 miljoen is gereserveerd voor begrotingssteun, maar is om de lening die de vorige regering gesloten had met de Centrale Bank af te lossen, zodat de CBvS weer sterker begint te worden. Hierdoor krijgen wij een beetje ruimte op de begroting om daarmee projecten te kunnen uitvoeren.

Volgens president Santokhi moeten wij ook rekening houden dat we ook een financiële steun hebben van de IDB, en we kunnen met deze middelen van IDB, IMF en Wereldbank tal van projecten uitvoeren. “Natuurlijk hebben we ook eigen besparingen. De projecten zijn al geïdentificeerd, nu gaan we de selectie maken, hopelijk dat deze maand de laatste maand wordt, want het duurt een beetje te lang, de laatste maand van de selectie van projecten die we met eigen begroting gaan financieren, daarna de projecten die we door IDB financieren en daarna de projecten die we door andere donoren en de Wereldbank gefinancierd gaan worden. Zodat wij dit jaar projecten gaan uitvoeren”, aldus het staatshoofd.