De Rekenkamer moet midden in de samenleving staan en een baken van vertrouwen zijn dat er deugdelijk toezicht is op het geld van de samenleving. Zo sprak president Chandrikapersad Santokhi op maandag 27 september bij de beëdiging van de voorzitter, ondervoorzitter en een plaatsvervangend lid van de Rekenkamer van Suriname. Het staatshoofd gaf nieuwbakken voorzitter Shaan Romano Bhoendie, ondervoorzitter Sieske Bonjaskie en plaatsvervangend lid Varun Yogesh Ramdin mee dat zij een zeer belangrijke taak, bestemd voor de samenleving, uitoefenen. “Laat goed toezicht uw missie zijn en rekenschap het product daarvan”, voegde de president eraan toe.
Het drietal werd beëdigd In aanwezigheid van parlementsvoorzitter Marinus Bee, leden van de Raad van Ministers, de ondervoorzitter van de Staatsraad, waarnemend procureur-generaal Garcia Paragsingh. Volgens het staatshoofd draagt de voordracht van het drietal de goedkeuring van zowel De Nationale Assemblee, de regering, de wetgevende en de uitvoerende macht. “Dat betekent dat u een breed vertrouwen geniet om uw functie – het bewaken van de gelden van de samenleving – naar behoren te kunnen uitoefenen.” De president riep de Rekenkamer op om intensief te communiceren met de samenleving. Zij zal naast haar formele verslaglegging ook de samenleving moeten bedienen met uittreksels daarvan en wel in voor de samenleving begrijpelijke en eenvoudige taal.
Hij legde voornamelijk de nadruk op het vertrouwen naar de samenleving toe. De Rekenkamer is een constitutioneel orgaan dat zijn oorsprong vindt in artikel 149 van de Grondwet waar is voorgeschreven dat bij wet een orgaan dient te worden ingesteld dat tot taak heeft: Toezicht uitoefenen op de besteding van de staatsgelden alsmede controle op het geldbeheer van de overheid in de ruimste zin des woords. “Een deugdelijke controle en verslaggeving bevordert ook het vertrouwen van de samenleving in het bestuur. Dat herstel van vertrouwen is dringend noodzakelijk”, aldus president Santokhi. Hij benadrukte dat de Rekenkamer in onze democratische samenleving een essentieel instituut is dat als een van de sluitstukken van het constitutioneel bestel dient, te weten: toezicht op de juiste omgang met het geld van het volk door de volksvertegenwoordigers. “De Rekenkamer vervult een belangrijke rol in een democratische rechtstaat. Het gaat immers om controle op bestedingen van geld van de samenleving en geld van de bevolking, dat dient zeer zorgvuldig te geschieden.”
Zowel de Comptabiliteitswet als de Wet Rekenkamer van Suriname verplicht alle overheidsinstellingen om informatie te vertrekken aan de Rekenkamer ter uitoefening van de toezichthoudende taak. Het orgaan toetst de uitgaven van de overheid op doelmatigheid en rechtmatigheid. “Het besteden van financiële middelen van de staat dient namelijk uitsluitend in het belang te zijn van de samenleving”, benadrukte de president. Hij merkte verder op dat de toezicht- en controlebevoegdheden van de Rekenkamer zich uitstrekken op alle lichamen (de regering, haar administratieve autoriteiten en andere parastatale instituten), die op enigerlei wijze werken met staatsgelden, -goederen of -garanties. Controle op deze lichamen dient ook om hun organisatie te verbeteren. De Rekenkamer brengt jaarlijks voor 1 april schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden in het daar voorafgaande jaar aan De Nationale Assemblee, de regering en de Staatsraad. Daartegenover staat dat de regering erop toeziet dat aan de in het verslag van de Rekenkamer opgenomen bevindingen en aanbevelingen uitvoering wordt gegeven.