Zes overheidscrèches zijn gerenoveerd en officieel opgeleverd aan de Stichting Beheer Exploitatie Crèches (SBEC), die valt onder het Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo). De symbolische overdracht vond op 10 december plaats bij de Kotomissie Crèche. Dit geschiedde middels het doorknippen van een lint. Nene, Fajalobie, Kokorie, Gongote en Mamio zijn de overige crèches die ruim 40 jaren geleden zijn opgericht en ook een metamorfose zijn ondergaan.
De crèches zijn gerenoveerd uit het Basic Needs Trust Funds (BNTF), welke middels schenkingen van de Caribische Ontwikkelingsbank (CDB) zijn opgezet. Jaswant Doekharan is de projectmanager hiervan en doet een beroep op de crècheleiding dat ‘Onderhoud, behoud’ is.
SBEC-directeur Phylicia van Cooten is in de wolken met het eindresultaat, omdat het niet van een leien dakje is gegaan. “Een crèche is waar kinderen gevormd moeten worden, omdat het hun 2e huis is”, stelt de directeur. Dat kon volgens haar, niet meer zo goed vanwege de staat waarin de gebouwen verkeerden. Nu is de fysieke staat van de crèches verbeterd en voldoen ze wel aan de minimale standaarden. “Hierdoor kunnen kinderen en personeel zich thuis voelen,” dikt Van Cooten aan. Ze hoopt dat met een goed onderhoudsplan de samenleving langer kan genieten van deze crèches.
Minister Uraiqit Ramsaran van SoZaVo is vol lof over de inzet, creativiteit en doorzettingsvermogen van de crècheleidsters, die ondanks alles gemotiveerd zijn gebleven en ervoor blijven zorgdragen dat “a siri sa w’e prani e tron wan bon”. De SoZaVo bewindsman gaf te kennen dat armoedebestrijding heel breed is en dat zijn ministerie zich niet alleen richt op het geven van materiële maar ook immateriële ondersteuning. Doorzettingsvermogen en veerkrachtigheid, zijn volgens minister Ramsaran, de parameters van zijn personeel en departement. Samen, hoopt hij dat de omgeving van de crèches ervoor zorgt dat er geen vandalisme plaatsvindt en de gebouwen in stralende conditie blijven. “Laten wij het gezamenlijk doen, voor onze kinderen; we doen het voor Suriname”, aldus de bewindsman.