De Boodschap
Financiën & Planning

Suriname en IMF bereiken Staff-Level Agreement Tweede Review Extended Arrangement onder de Extended Fund Facility

Het IMF staff team en de Surinaamse autoriteiten hebben een Staff Level Agreement (SLA) bereikt, aangaande de tweede review van het economisch herstelprogramma ondersteund door de Extended Fund Facility (EFF). De review moet nog goedgekeurd worden door de IMF Executive Board.

De Surinaamse economie herstelt langzaam na de pandemie, maar de schok van hogere grondstof- en voedselprijzen op Suriname’s import-afhankelijke economie heeft in de tweede helft van 2022 bijgedragen aan de bestaande beleidsuitdagingen en de prestaties in het kader van het programma uitgehold. Het economisch klimaat blijft kwetsbaar, met een snelle depreciatie van de wisselkoers en hoge inflatie die een zware last op de samenleving leggen.

De Surinaamse autoriteiten hebben zich ingespannen om het programma weer op de rails te krijgen. De prioriteit van de regering op de korte termijn is het implementeren van een prudent fiscaal beleid dat consistent is met het stabiliseren van inflatie in de economie, terwijl kwetsbare huishoudens worden beschermd en groeibevorderende investeringen worden ondersteund.

Een team van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), geleid door Anastasia Guscina, heeft van 8 tot 16 mei een virtuele en in-person missie uitgevoerd met de Surinaamse autoriteiten om beleidsmaatregelen te bespreken ten einde de tweede review van Surinames economisch herstelprogramma ondersteund door de IMF Extended Fund Facility (EFF) af te ronden.

Na beëindiging van de missie, heeft mevrouw Guscina de volgende verklaring uitgebracht:
‘Het IMF-team en de Surinaamse autoriteiten hebben een Staff Level Agreement (SLA) aangaande de tweede review van Surinames economisch herstelprogramma ondersteund door een EFF-arrangement van 36 maanden bereikt. Deze overeenkomst is onderhevig aan goedkeuring door de IMF Executive Board en afhankelijk van de uitvoering door de autoriteiten van prior actions en de naleving van alle relevante IMF-beleidsmaatregelen. Na afronding van deze review, krijgt Suriname toegang tot SDR 39,4 miljoen (ongeveer USD 53 miljoen) waardoor de totale uitbetaling onder het programma tot dan toe SDR 118,2 miljoen (ongeveer USD 159 miljoen) bedraagt.’ (De SDR is een internationaal reservevermogen, geen munteenheid)

‘Uitgaande van de gezamenlijke uitvoering van het Surinaamse hervormingsprogramma, zal het herstel zich voortzetten met een matigende inflatie. De verwachte economische groei in 2023 is 2,3 % en zal convergeren naar 3% in het volgend jaar, waarbij het reële BBP tot 2028 onder het niveau van voor de pandemie blijft. Fiscale consolidatie en monetaire verkrapping zullen een geleidelijke daling van de inflatie naar 36% per eind-2023 mogelijk maken. De autoriteiten zien zich geconfronteerd met belangrijke korte termijn risico’s, waaronder uitdagingen op het gebied van beleidsimplementatie – zowel als gevolg van beperkte capaciteit en een meer uitdagend sociaal-politiek klimaat – en externe risico’s van een hernieuwde verslechtering in de handelsvoorwaarden. Op de langere termijn zijn er aanzienlijke opwaartse risico’s als gevolg van de ontwikkeling van grote nieuwe olievelden.’

‘Om de macro-economische stabiliteit te herstellen, heeft de regering een conservatieve begroting voor 2023 aangenomen, die kritieke uitgaven maatregelen bevat waaronder het afschaffen van brandstofsubsidies, het uitfaseren van energiesubsidies en het beheersen van de lonen in de publieke sector, terwijl de uitgaven voor sociale bijstand en investeringen in de groeibevorderende infrastructuur worden uitgebreid.’
‘Het herijken van het begrotingsbeleid is essentieel om het herstel te beschermen en de meest kwetsbaren te ondersteunen. Voor 2023 streeft het programma naar een primair overschot van 1,7 procent BBP, ongeveer de helft van wat aan het einde van de eerste review was voorzien, hetgeen de autoriteiten toestaat de uitgaven te verhogen voor sociale programma’s en voor kritieke infrastructuur. In 2024 mikt het programma op een primair overschot van 3,5% van BBP, wat tevens het middellange-termijn anker is dat consistent is met de schuldhoudbaarheid.’

“Afronding van de onderhandeling van de lopende schuldherstructurering met de officiële en private crediteuren van Suriname is belangrijk om de schuldhoudbaarheid van het land te herstellen. Een overeenkomst met crediteuren van de Club van Parijs (PC) aangaande een sanering van de schuld in twee stappen werd bereikt in juni 2022. De bilaterale overeenkomsten met de meeste PC crediteuren zijn ondertussen afgerond. Een principeovereenkomst met de private obligatiehouders werd bereikt op 4 mei 2023. De autoriteiten onderhandelen actief en te goeder trouw met China en India over een schuldsanerings-overeenkomst. Wat betreft de binnenlandse schuld heeft de regering een audit van de betalingsachterstanden aan leveranciers afgerond en is zij gecommitteerd om deze te voldoen, terwijl het beheer van de overheidsfinanciën wordt versterkt om accumulatie van toekomstige betalingsachterstanden te voorkomen. Bovendien heeft de regering een concreet actieplan voorbereid om de lopende binnenlandse schuldherstructurering af te ronden in 2023. Goede vooruitgang is geboekt in de onderhandelingen omtrent de herstructurering van de bestaande schuld aan de centrale bank, waarbij een evenwicht wordt gezocht tussen de financiële beperkingen van de overheid en de financiële gezondmaking van de Centrale Bank van Suriname (CBvS).

“De centrale bank is voortgegaan met de implementatie van het nieuwe reserve money targeting raamwerk. Niettemin hebben de grote toename in de overheidsuitgaven en de structurele kenmerken van het financiële systeem in Suriname, waaronder een ongelijke verdeling van de systeemliquiditeit, het moeilijk gemaakt om de operationele monetaire doelstellingen van de centrale bank te halen en de transmissie van rentes blijft zwak. Om liquiditeit beter te absorberen en monetaire transmissie te ontgrendelen heeft de CBvS de kasreserve vereisten op lokale valutadeposito’s verhoogd en richtlijnen gegeven om de kredietgroei op korte termijn te beheersen. De autoriteiten blijven gecommitteerd aan een vrije, door de markt bepaalde, valutakoers. De regering heeft maatregelen genomen om de druk op de beschikbaarheid van vreemde valuta onder importeurs van essentiële goederen te verminderen. De CBvS zet belangrijke stappen om haar kennis van de financiële positie en activa kwaliteit van de commerciële banken te vergroten en eventuele tekortkomingen te adresseren, toezicht te versterken en moderne crisismanagement capaciteiten te ontwikkelen.

“De autoriteiten plegen inspanningen om de governance van de centrale bank te versterken en tekortkomingen in het anti-corruptie en AML/CFT raamwerk te adresseren. De centrale bank is bezig met het wegwerken van de achterstand op het gebied van de audits van de jaarrekening en het normaliseren van de auditcyclus. Een herkapitalisatieplan voor de centrale bank zal worden afgerond en zal een duidelijk kapitaalniveau en tijdslijn voor afronding bevatten. De regering is van plan haar inspanningen te versnellen bij het doorvoeren van governance hervormingen op het gebied van AML/CFT, anti-corruptie en publieke aanbestedingen.

“De autoriteiten werken aan kritieke structurele maatregelen waaronder het indienen bij de Nationale Assemblee van een aangepaste BTW-wet om de belastinggrondslag te verbreden, het bekendmaken van de geplande hervormingen van de elektriciteitstarieven en het afronden van een roadmap voor de herkapitalisatie en herstructurering van de financiële sector.
“De missie bedankt de autoriteiten voor de samenwerking en vruchtbare dialoog. Een uitgebreid scala aan overleg is gehouden met de President van de Republiek Suriname, de Voorzitter van de Nationale Assemblee, de Minister van Financiën en Planning, de President van de Centrale Bank, de Minister van Justitie en Politie, de Minister van Sociale Zaken en Huisvesting, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister voor Natuurlijke Hulpbronnen, deskundigen van de verschillende ministeries, vertegenwoordigers van de private sector, maatschappelijke organisaties en ontwikkelingspartners.”