De Boodschap
Kabinet van de President

Veerkracht Surinaams volk bijzonder waardevol

President Chandrikapersad Santokhi heeft tijdens zijn Srefidensi toespraak geaccentueerd dat Suriname de afgelopen 46 jaar veel heeft doorstaan. Het staatshoofd geeft aan dat ondanks de vele dieptepunten gekend, wij het als samenleving collectief hebben overleefd.  De regeringsleider waardeert de veerkracht van het Surinaams volk en heeft zijn felicitaties in het kader van 46 jaar Staatkundige onafhankelijkheid overgebracht.

De president hecht bijzondere waarde aan de woordbetekenis van veerkracht. Hij memoreert de offers die de voorouders hebben gebracht in het belang van de ontwikkeling van ons land. “De veerkracht hebben we meekregen door de normen en waarden van onze voorouders. Ze hebben ons geleerd, dat we ernaar moeten streven, dat onze kinderen het beter hebben”, merkt de regeringsleider op.

President Santokhi heeft aangekaart dat het de regering is gelukt om binnen een jaar tijd de financiële crisis onder controle te krijgen. Veel schulden zijn op eigen kracht afbetaald. Het staatshoofd roept de totale samenleving op om Suriname eensgezind op te bouwen. Politieke- en groepsbelangen moeten onderworpen zijn aan het nationaal belang. “Laten we elkaar de hand reiken. Eenheid in verscheidenheid is van grote waarde voor ons land, omdat we op deze manier, Suriname op een harmonieuze manier kunnen ontwikkelen”, luidt de inspirerende boodschap van de Surinaamse president.

Met het aantreden van de regering Santokhi-Brunswijk heeft Suriname weer een respectabele positie gekregen in de rij der naties. Suriname is een gezaghebbende rechtsstaat, gestoeld op democratische principes. De president geeft aan dat wij de vrijheid van meningsuiting hoog moeten houden en daarnaast het respect voor elkaar moeten opbrengen. “De grenzen van wet en fatsoen Veerkracht Surinaams volk bijzonder waardevol mogen niet worden overschreden”, aldus het staatshoofd. Hij geeft verder aan dat de wet eenieder in gelijke mate moet beschermen. “Er mag geen onderscheid zijn tussen arm of rijk, tussen man of vrouw, of tussen stad en binnenland. Wij zijn een rechtstaat”, merkt de opperbevelhebber op.