De Boodschap
Buitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking

Verkiezingen VS niet van invloed op relatie met Suriname

Minister Albert Ramdin, samen met minister Mike Pompeo bij diens aankomst vorige maand in Suriname.

De verkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika zijn niet van invloed op de situatie in Suriname. Omgekeerd heeft de situatie in Suriname ook geen invloed op besluiten in de VS. Dit stelt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking tijdens een op vrijdag 30 oktober 2020 belegde persconferentie, waarbij hij samen met minister Armand Achaibersing de samenleving informeerde over de financiële uitdaging en de economische vooruitzichten.

De Verenigde Staten van Amerika behoort tot de groep van landen waarmee er gesprekken zijn gevoerd over de financieel economische situatie waarin ons land zich bevindt en wat het traject is naar herschikking van schulden.

Tegen de achtergrond van economische samenwerking heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, in september een bezoek gebracht aan Suriname. Zijn bezoek kwam twee maanden voor de verkiezingen in de VS, namelijk in november. Minister Ramdin zegt dat de Surinaamse regering deze verkiezingen ook in de gaten houdt en ook de uitslag. Echter heeft dit geen invloed op de situatie in ons land. De afspraken die met minister Pompeo zijn gemaakt worden verder uitgewerkt via de Amerikaanse ambassade hier te lande. Minister Ramdin spreekt van de gebruikelijke weg om besprekingen met de VS te voeren.

Volgens de bewindsman blijven de gemaakte afspraken dus op agenda. Een van de afspraken was dat er agentschappen naar Suriname kwamen voor financiering. Dit is ook gebeurd met de komst van de Development Finance Cooperation (DFC) met een totaal van 5 agentschappen. “Er zijn afspraken gemaakt, in termen van wat op korte termijn gerealiseerd zou kunnen worden”, zegt minister Ramdin. In deze fase wordt gedacht aan de fondsen die beschikbaar gesteld zouden kunnen worden aan het bedrijfsleven om de agrarische sector en het klein en middelgroot bedrijf te ondersteunen. De middelen hiervoor zouden worden afgezet bij de banken ter ondersteuning van met name de productieactiviteiten in het land.