De Boodschap
Kabinet van de President

Vooruitzichten Suriname positiever met derde significante olievondst

Met de derde olievondst in het Surinaamse kustgebied worden de vooruitzichten voor Suriname en de oliemaatschappijen Staatsolie, Apache en Total steeds positiever. Suriname heeft binnen ongeveer een half jaar de derde significante olievondst geregistreerd. In dit kader is op 2 augustus 2020 een persconferentie belegd door de verschillende stakeholders. Naar schatting zullen de drie grote offshore olievondsten minimaal vijftig miljard US-dollar opleveren in de komende twintig jaar.

President Chandrikapersad Santokhi heeft tijdens zijn toespraak aangegeven dat naast de inkomsten ook goed bestuur en goede regelgeving noodzakelijk zijn om Suriname duurzaam te ontwikkelen. “Deze regering zal ervoor zorgen dat de inkomsten terug zullen vloeien naar de samenleving. We zullen het bij wet vastleggen dat deze inkomsten zijn veilig gesteld voor de Surinaamse samenleving voor nu en de toekomst.” Het staatshoofd geeft verder aan dat de focus niet alleen gelegd moet worden op de olievondsten, maar ook andere verdiensectoren te ontwikkelt moeten worden. Het staatshoofd doelt hiermee op de toerisme sector, ICT, onderwijs, veiligheid, infrastructuur en een kennismaatschappij.

Staatsolie waarnemend directeur Agnes Moensi-Sokowikromo heeft evenals de president aangegeven dat het noodzakelijk is om spoedig over te gaan tot een maatschappelijke discussie. Ook spreekt de Staatsolie-topvrouw de hoop uit dat bedrijven zich de komende tijd klaarstomen om de nodige diensten en goederen te kunnen leveren. De lokale bedrijven zullen daarbij ook rekening dienen te houden dat zij zullen moeten concurreren met internationale bedrijven.

Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft Suriname en alle betrokken partijen gefeliciteerd met het goede nieuws. Heel blij zegt hij dat de nieuwe regering kort na haar aantreden verrast wordt met dit mooie nieuws. We zullen als regering moeten kijken hoe we ermee omgaan en dus beleid hiervoor maken.

De waarnemend Staatsolie-directeur geeft toe dat de kredietwaardigheid van Suriname een belangrijk obstakel kan vormen bij het werven van financiële middelen om te investeren bij de operaties. “Suriname heeft internationaal een slechte kredietwaardigheid wat het zaken doen op de internationale kapitaalmarkt bemoeilijkt.” De beste manier is volgens de Staatsolie-topper is om dat geld binnen te krijgen via de internationale kapitaalmarkt. Indien dat niet lukt zullen er andere mogelijkheden bekeken worden.

Het staatshoofd onderkent dat de financiële status of kredietwaardigheid er niet rooskleurig uit ziet voor Suriname. Bij het aantreden van het nieuwe regeerteam kreeg Suriname van vrijwel alle kredietbeoordelaars de status die neerkomt op faillissement en dat het zijn schulden niet zou kunnen betalen. Vrij kort daarna heeft de nieuwe regering ervoor gezorgd dat er vertrouwen is gecreëerd en de situatie ietwat is verbeterd. Het staatshoofd zegt dat samen met internationale instanties als het IMF gekeken wordt naar mogelijkheden om de kredietwaardigheid te verbeteren.