Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken (Biza) heeft samen met zijn directieteam een onderhoud gehad met vertegenwoordigers van vakbondorganisaties op 27 oktober 2020. Het gaat hierbij om de Bond Inspecteurs Milieu-Inspectie (Bimi) en de Bond Personeel ‘s Lands Hospitaal (BPLH). Dit onderhoud is gehouden naar aanleiding van de brief die de bonden hebben gericht aan onder anderen de minister van Biza en de president.
Volgens onderdirecteur Mr. Jeffrey Joemmanbaks MLLS, hebben de vakbondsorganisaties moeite met de veranderde FISO-verhouding en vinden dat de ambtenaren tekort worden gedaan. Hij zegt dat we uit een situatie komen van de ambtenarij die allemaal onder de FISO-regeling vielen. “Gaandeweg in de afgelopen jaren zijn bepaalde beroepsgroepen zoals onderwijsgevenden, politie, militairen, brandweer, eruit gestapt. Zij hebben bij de vorige regering kunnen bedingen dat ze geen deel meer uitmaken van de FISO bezoldigingsreeks. Volgens Joemmanbaks is nu een onevenwicht ontstaan en dat moet hersteld worden anders kan er geen loon policy of HRM integraal uitvoeren voor de regering. Dus de regering moet gaan nadenken en kijken welke kant ze op willen”.
“We hadden een uniform functiewaarderingssysteem en een daaruit voortvloeiende bezoldigingsreeks. FISO is meer dan alleen de bezoldigingsreeks met de functiegroepen en verhoudingen. FISO is het hele systematiek van het beschrijven en waarderen van functies, waarvan de bezoldiging het sluitstuk is. Men is zich helemaal gaan focussen op FISO als bezoldigingsreeks”, vertelt Joemmanbaks. De onderdirecteur legt uit, dat de bezoldigingsreeks tot stand is gekomen op een manier dat functies met hetzelfde gewicht, waardering, ongeacht in welke beroepsgroep de persoon zat, om en bij dezelfde bezoldiging kregen. Daarnaast was er nog ruimte voor specifieke voorzieningen, maar ook dat paste binnen het systeem van FISO. Er zijn bijna 35 tal toelagen geïncorporeerd en dit alles maakt deel uit van FISO als systeem.
De minister heeft de informatie tot zich genomen en zal binnen de regering verder afstemmen wat het vervolgtraject zal zijn.