President Chandrikapersad Santokhi heeft een onderhoud gehad met de president van Zuid-Korea, Yoon Suk-Yeol. Deze ontmoeting vond plaats op 19 september 2023 in New York, waar beide staatshoofden deelnemen aan de VN-top. President Santokhi benadrukte de historische band die Suriname met Korea onderhoudt. Hij gaf aan dat de bilaterale samenwerking het afgelopen halfjaar in een versnelling gekomen en dat er op hoog niveau uitwisselingen zijn geweest tussen de twee regeringen.
Reeds voor de onafhankelijkheid hebben Surinamers hun bijdrage geleverd tijdens de Koreaanse Oorlog in de jaren vijftig van de vorige eeuw. President Yoon zegt dat de bijdrage van Suriname altijd herinnerd wordt. Volgens hem heeft de samenwerking tussen beide landen veel potentie. Hij haalde ook aan dat Zuid-Korea uitkijkt naar verdere verdieping van de samenwerking. De Zuid-Koreaanse president gaf verder te kennen dat zijn land de historische stad Busan heeft voorgedragen voor de Expo 2030. Bij de stemming daarvoor eind dit jaar is ondersteuning gevraagd van Suriname. Bij de ontmoeting waren ook minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) en de Zuid-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken, Park Jin, aanwezig.
President Santokhi benadrukte dat Suriname open staat voor business. “Suriname kan wijze lessen leren van het Koreaanse model van economische groei en opbouw”. Het staatshoofd gaf aan dat de Surinaamse hulpbronnen zoals bauxiet, goud, olie en gas lucratieve sectoren zijn om in te investeren. Suriname verwelkomt de samenwerking met landen als Zuid-Korea, die ervaring en expertise hebben in het ontwikkelen van diverse sectoren en duurzame ontwikkelingsprojecten. President Santokhi gaf aan dat de kwestie van Expo 2030 in regionaal verband besproken zal worden alvorens een besluit genomen wordt. Ten slotte is gesproken over de intentie om spoedig een samenwerkingsovereenkomst te tekenen. Daarvoor zal minister Ramdin in de komende weken afreizen naar Zuid-Korea. Hiermee wordt aan de samenwerking verder gestalte geven, tot op het niveau van de staatshoofden.