“Vandaag durf ik te zeggen, dat ons land er beter voor staat dan drie maanden geleden. Ondanks alle kritiek, moeilijke beslissingen en pijnlijke maatregelen, durf ik dat te zeggen.” Zo sprak president Chandrikapersad Santokhi op dinsdag 29 september in zijn Jaarrede tot de Nationale Assemblee. Het staatshoofd wees op de effectieve wijze waarop alle ministeries een stop hebben gezet op geldverspilling, kopstukken in het grootste corruptieschandaal bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en de Surinaamse Postspaarbank (SPSB) zijn opgesloten, wachten op berechting of binnenkort worden opgehaald.
Verder zijn corruptief uitgegeven gronden of verkavelingen, zoals die van Cultuurtuin stopgezet of teruggedraaid. Er vindt opschoning plaats van spookambtenaren op ministeries en aan het onrechtmatige gebruik van auto’s, is een halt toegeroepen. Volgens de president zijn het allemaal zaken die onderbelicht zijn door de financiële crisis, maar van groot belang zijn, “willen we weer recht en orde terugbrengen in ons land.”
Het staatshoofd zegt verder dat de regering salarissen, lonen en essentiële diensten op tijd heeft kunnen betalen. “Niet omdat er veel geld is, maar simpelweg omdat we prudent beleid voeren, verantwoord omgaan met de schaarse beschikbare middelen, en ik kan u verzekeren, gelden gaan naar die doelen waarvoor ze bedoeld zijn. Ze komen niet terecht in de zakken van individuen die daar geen recht op hebben,” ging de president verder.
Suriname staat er volgens hem daarom ook beter voor dan drie maanden geleden, omdat de regering een plan heeft, dat ons uit de crisis zal halen. De president zegt dat er licht aan het einde van deze tunnel is. “Ik heb niet beloofd dat het makkelijk zou zijn. Maar ik beloof u, dat we deze moeilijke klus samen tot een goed einde brengen. Voor volk en vaderland. Voor onze kinderen en kleinkinderen.”