Suriname probeert herschikking van schulden altijd onder betere voorwaarden gedaan te krijgen dan die waaronder de leningen zijn aangegaan. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning zegt tegenover de Communicatie Dienst Suriname dat er met de Oppenheimer bondholders betere voorwaarden zijn overeengekomen. Eenzelfde is het geval in de herschikking met de Republiek India. Het Staff Level Agreement (SLA) met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is volgens de bewindsman een belangrijke mijlpaal en hij verwacht dat het IMF Board volgende week een beslissing neemt over de voortgang van het programma met Suriname.
Minister Raghoebarsing wijst erop dat het bij de schulden om grote bedragen gaat waar er ook hoge rentes op staan. Dit maakt onderhandelen wat lastiger, omdat vooral de private crediteuren ook een belang te verdedigen hebben, namelijk hun kapitaal. Belangrijk is dat partijen elkaar vinden en tot nog toe is dat met alle crediteuren, op China na, gelukt. De bewindsman zegt dat nu ook het moment was in plaats van te wachten tot het moment van “olie en gas”. “Omdat je dan een totaal andere situatie zou krijgen, waarbij men zou zeggen dat de internationale rentes omhooggaan en je dus hogere rentes moet betalen. Dus het moment met de bondholders is een goed moment geweest”, verduidelijkt hij.
Behalve dat het IMF-programma goed aansluit op het herstelprogramma, was betrokkenheid van de financiële instelling ook een voorwaarde van de crediteuren alvorens er over schuldherschikking onderhandeld kon worden. Het IMF vervult met zijn reputatie dus een zeer belangrijke rol. Daarnaast heeft Suriname ook gebruik gemaakt van zijn ervaring uit het verleden. Minister Raghoebarsing legt uit dat het overtuigen van de instelling over de Surinaamse situatie veel tijd kost. “Het gaat niet altijd even makkelijk, maar belangrijk is dat het IMF met ons mee is.” Het gaat dan niet meer zozeer om de financiële kant, maar ook om de kennis om bestuurlijke instanties te helpen wederopbouwen.
“Een sterk ministerie van Financiën, een respectabele begrotingsdienst, een sterke Centrale Bank, Planbureau, maar ook een sterk bedrijfsleven”, somt de bewindsman op. Hij noemt de schuldherschikkingen successen die geboekt worden in de pogingen van de regering om de economie en ’s landsfinanciën weer op spoor te krijgen. Thans is Surinames schuldpositie beter en de overheid is in staat om uit eigen middelen salarissen te betalen. Minister Raghoebarsing: “Vandaag betalen we 8 tot 9 miljard aan salarissen op eigen kracht, 16 miljard aan sociale uitkeringen, subsidies aan bedrijfsleven, 4 miljard aan belastingvrijstellingen. We zien langzaam maar zeker resultaten van de offers. We zijn er nog niet, maar we komen wel.”
Schuldherschikkingen geven volgens de minister ook aan dat het land conform internationale normen bezig is financieel bestuur te voeren. Binnen die internationale normen geldt ook dat illegale geldstromen worden tegengegaan en dat Suriname internationale financiële standaarden nastreeft. Zo verkeert het land momenteel in het proces van Anti-Money Laundering en Anti-Terrorismefinanciering. Na de eerste Nationale Risico Analyse (NRA) komt er een tweede die op standaarden van de Wereldbank gestoeld zal zijn. De bedoeling is niet alleen dat het financieel verkeer tussen Suriname en de rest van de wereld weer goed komt, maar dat het land zich tegelijkertijd ook afzet tegen het imago van drugsland.