Gisteren heeft het ministerie van Ruimtelijke Ordening & Milieu (ROM) in het Lallarookhgebouw een infosessie gehouden waarin Mr. Carol-Ann Tjon-Pian-Gi de ‘Conceptwet ruimtelijke ordening’ presenteerde aan de minister van ROM, Marciano Dasai.
Minister Dasai verklaarde dat na jarenlange discussies en inspanningen het nu tijd is om te kijken naar de huidige stedenbouwkundige wet, die dateert uit 1972. Ruimtelijke ordening omvat het proces van het planmatig inrichten van fysieke ruimtes met behulp van een groot aantal regels, rekening houdend met de ambities van de mens. Gezien de aanzienlijke veranderingen in behoeften en ambities is een nieuwe wet noodzakelijk. “Er vinden nu heel veel economische activiteiten plaats in verschillende sectoren zoals de recreatie, energie, agrarische, mijnbouw, en olie- en gassector. Als ministerie hebben wij te zorgen voor een goed beleid en dat deze ontwikkelingen goed gefaciliteerd worden. Het is de bedoeling dat middels deze wet er rust en ordening komt en dat we kunnen kijken naar een goede toekomst voor Suriname”, zo sprak de minister. Verder gaf hij ook aan dat zonder deze wet wij gevaar lopen dat het land straks geen bos meer heeft. Het ministerie benaderde advocaat Tjon Pian Gi het afgelopen jaar om als consultant mee te werken aan de wet.
Mr. Tjon-Pian-Gi benadrukte dat er momenteel geen specifieke wet voor ruimtelijke ordening bestaat. Hoewel er wel wetten en regelingen zijn die bepaalde aspecten van ruimtelijke ordening behandelen, is er geen centrale coördinatie. De huidige stedenbouwkundige wet ziet slechts toe op aspecten binnen de stedenbouw en niet op andere aspecten van ruimtelijke ordening. De nieuwe wet beoogt hierin verandering te brengen. Elementen die terugkomen in de nieuwe wet zijn ordeningsinstrumenten zoals structuurplannen, bestemmingsplannen en verkavelingsplannen. De benaming van verkavelingsplan wordt in de nieuwe wet gewijzigd naar ruimtelijke inrichtingsplan, omdat, zo legde Mr. Tjon-Pian-Gi uit, een verkavelingsplan slechts toeziet op het verkavelen van gronden, terwijl een ruimtelijk inrichtingsplan ook toeziet op het inrichten van een gebied voor doeleinden die niet onder een verkavelingsplan vallen.
Tjon-Pian-Gi: “Wij hebben heel lang gewerkt aan dit concept en zijn er sinds afgelopen jaar mee bezig. Het is een mijlpaal”.