De Boodschap
Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken

AWJ treft voorbereidingen voor implementatie recentelijk goedgekeurde wetten

Het ministerie van Arbeid Werkgelegenheid & Jeugdzaken (AWJ) treft voorbereidingen voor een vlotte implementatie van de wetten: ‘Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid’ en ‘Gelijke Behandeling Arbeid’.  Hiertoe heeft minister Steven Mac Andrew tijdens een werkoverleg met leidinggevenden en staffunctionarissen van relevante afdelingen van zijn ministerie op dinsdag 18 oktober 2022 de nodige instructies gegeven over de uitvoering van de twee wetten. Deze wetten zijn recentelijk door De Nationale Assemblee (DNA) aangenomen.

De onderdelen die vooral betrokken zullen zijn bij de implementatie van deze wetten zijn: het directoraat Arbeidsinspectie voor de naleving en handhaving van de wetten, het onderdirectoraat Juridische en Internationale Zaken (JIZ) voor de voorbereiding van onder andere de staatsbesluiten die worden genoemd in de wetten en de communicatie unit die uitgebreid en landelijk voorlichting zal geven over de wetten. Voor werkgevers- en werknemersorganisaties zullen speciale presentaties worden gehouden. Voorafgaand aan de implementatie van deze wetten zullen de arbeidsinspecteurs en de voorlichtingsmedewerkers worden getraind in hoe de wetten toe te passen in de praktijk en hoe de verschillende artikelen geïnterpreteerd dienen te worden. Ook zullen de arbeidsinspecteurs worden geïnstrueerd over naleving en handhaving. Minister Mac Andrew vertrouwt erop dat de vroege voorbereidingen ter implementatie van de wetten, zullen resulteren in een vlotte uitvoering, zodra deze in werking treden. De wetten treden in werking meteen na hun publicatie in het Advertentieblad van de Republiek Suriname. De verwachting is dat de publicatie spoedig zal plaatsvinden.

Noodzaak

De Wet Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid en de Wet Gelijke Behandeling Arbeid zijn op donderdag 13 oktober 2022 aangenomen met algemene 41 stemmen door De Nationale Assemblee (DNA). Beide wetten zijn door het ministerie voorbereid in 2017, nadat zowel de vakbeweging als maatschappelijke organisaties bij verschillende gelegenheden hun bezorgdheid hadden geuit over frequent geweld op de werkvloer alsook machtsongelijkheden en verschillen in waardering van mannen en vrouwen op het werk. Uit de klachten waarmee het ministerie werd geconfronteerd bleek dat vooral veel werkende vrouwen in ons land een vorm van fysiek of seksueel geweld ervaren op het werk. Gender gerelateerd geweld op het werk lijkt zowel een gevolg als een oorzaak van genderongelijkheid. Tegen deze achtergrond waren deze twee wetten noodzakelijk. Bij de voorbereidingen van deze wetten was het vertrekpunt voor het ministerie het voorwerk van maatschappelijke organisaties die sinds de jaren negentig zich hebben ingezet voor gendergelijkheid alsook preventie en aanpak van seksueel molest op de werkplek. Beide wetten zijn mede ontwikkeld op basis van de gelijkheidsverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) die Suriname in 2016 heeft geratificeerd. Deze betreffen: “Gelijke Beloning voor Gelijkwaardig werk door mannen en vrouwen (1951 No. 110)’ en ‘Gelijke Kansen en Behandeling op de Werkplek (1959 No. 111)’.

Seksuele Intimidatie

De Wet Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid’ heeft tot doel geweld en pesterijen tegen vrouwen en mannen tegen te gaan. Geweld en pesterijen treffen met name werknemers in de meest kwetsbare werksituaties die onvoldoende toegang hebben tot arbeidsrechten, zoals vrijheid van vakvereniging, collectieve onderhandelingen, waardig werk, non-discriminatie en toegang tot de rechter. Vooral vrouwen worden onevenredig getroffen door geweld op het werk, waar ongelijke machtsverhoudingen, lage lonen, onzekere arbeidsomstandigheden, hen blootstellen aan geweld.

Gelijke Behandeling

Met de ‘Wet Gelijke Behandeling Arbeid’ wordt nagestreefd bevordering van gelijke behandeling tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers. De focus ligt hierbij vooral op gelijke beloning voor gelijkwaardig werk tussen mannen en vrouwen. Deze wet moet voorts voorkomen dat discriminatie op het werk plaatsvindt. Zo mag er geen onderscheid gemaakt worden op basis van ras, sekse, seksuele geaardheid, religie, huidskleur, etnische afkomst, nationale afkomst, sociale oorsprong, genderidentiteit, politieke overtuiging, beperking, gezinsverantwoordelijkheid, zwangerschap, leeftijd, burgerlijke staat en op basis van hiv positieve status en andere chronische aandoeningen. Loonschalen en functies mogen niet worden vastgesteld op basis van deze onderscheidsvormen.