De Boodschap
Kabinet van de President

Minister Ramdin tevreden over diplomatieke banden Suriname

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking (Bibis) is heel tevreden over de diplomatieke banden van Suriname tot nu toe en die welke hersteld zijn. Terugblikkend op het afgelopen jaar, geeft hij aan dat het nog niet is wat het wezen moet, maar dat Suriname in elk geval op de kaart is geplaatst. Dit is te merken aan het verdiepen van de relaties met de buurlanden Frans-Guyana, Guyana en Brazilië, hetgeen heeft geresulteerd in drie tot vier overeenkomsten op het hoogste politieke niveau. Naar aanleiding hiervan heeft Suriname eerder bezoek gehad van de Guyanese president Irfaan Ali, terwijl er ook bezoek van de Braziliaanse president in het verschiet ligt. Voor medio januari 2022 staat er een trilaterale summit in Suriname op agenda met als onderwerp strategische samenwerking tussen de buurlanden. Met Frans-Guyana zijn verschillende overeenkomsten gecompleteerd die betrekking hebben op het beheer van de gemeenschappelijke grens. De bewindsman geeft verder aan dat er voor het eerst in 45 jaar onafhankelijke geschiedenis van Suriname is gesproken met een Franse minister van Buitenlandse Zaken, waarbij er ook een document is ondertekend.

Suriname verdiept haar diplomatieke relaties niet alleen met de omliggende buurlanden. Ook in Caricomverband is ons land constant bezig haar visie uit te dragen door mee te doen aan verschillende internationale discussies. Minister Ramdin: “Op die manier creëer je meerwaarde en respect voor je land.” De bewindsman zegt dat de regering substantieel bezig is haar visie uit te dragen aan de wereld. Voor het komend jaar zal Suriname meer gezag hebben en in de gelegenheid zijn om veel meer te doen. Dit, omdat president Chandrikapersad Santokhi vanaf januari in het Bureau van de Caricom zal zijn en vervolgens vanaf juli gedurende zes maanden fungerend voorzitter van de Caricom. “Dus anderhalf jaar lang zal ons land heel nadrukkelijk betrokken zijn in de regio,” aldus de Bibis-topman.

Na voor ruim 10 jaar bekoeld te zijn, is de relatie tussen de overheden van Suriname en Nederland hersteld. Volgens minister Ramdin was dit verwachtbaar, omdat het ook beloofd was aan de samenleving. De bewindsman laat verder optekenen dat ook met Frankrijk de banden sterk zijn aangehaald. Naast het versterken van de diplomatieke relaties met Europa wil Suriname zich ook in Zuid-Oost Azië laten zien. “De relaties met China, India en Indonesië zijn herbevestigd, maar de focus moet niet alleen op deze landen zijn. In Zuid-Oost Azië willen we naast de culturele relaties, ook op internationaal niveau de banden versterken. Wij moeten verder gaan in dit continent.” De bewindsman noemt Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, Singapore en Maleisië als landen die een bijdrage kunnen leveren in de verdere ontwikkeling van Suriname. Met de meeste collegaministers van deze landen heeft hij inmiddels al overleg gehad.

Ook de relaties met internationale organisaties zijn verbeterd. Minister Ramdin somt onder meer het IMF, de IDB, de Caribbean Development Bank, Paho, de Wereldbank, OAS en WHO op. Het zijn tevens organisaties waar Suriname een achterstand in lidmaatschapsgelden had. Bij de WHO zijn de achterstanden intussen ingelopen. “Er is veel gebeurd en er is nog veel te doen. Ik ben ervan overtuigd dat het gezag en het respect voor Suriname internationaal toeneemt,” besluit minister Ramdin.