De Boodschap
Kabinet van de PresidentKabinet van de Vicepresident

Presidentieel tandem gezegend met bezoek bestuur Surinaams Bijbelgenootschap

President Chandrikapersad Santokhi heeft besloten elke maandag bij de aanvang van zijn nieuwe werkweek tijd in te ruimen voor gebed. Het is de bedoeling dat er van 10.00 uur tot 10.30 uur voor de regering en het land gebeden wordt. Harold Pultoo heeft als geestelijk adviseur van het staatshoofd ook de gelegenheid om geestelijke leiders hiertoe in de gelegenheid te stellen. In dit kader heeft het bestuur van het Surinaams Bijbelgenootschap (SBG) op maandag 7 september 2020 zijn opwachting gemaakt bij president Santokhi en vicepresident Ronnie Brunswijk.

Het presidentiele tandem was bij deze gelegenheid vergezeld van de respectieve echtgenoten first lady Mellisa Santokhi-Seenacherry en Adolfine Cairo. Behalve dat er voor ’s lands eerste burgers werd gebeden en zij op grond van Gods woord werden gezegend, mochten zij elk ook onder meer bijbels geschreven in het Aucaans, Sarnami Hindi en eenvoudig Nederlands in ontvangst nemen.

Pultoo legt uit dat het initiatief om geestelijke leiders naar het kabinet te halen voortvloeit uit het feit dat er als gemeente vóór de verkiezingen in partijverband is gebeden met het huidige staatshoofd. “De Here Jezus heeft naar ons geluisterd en de president zelf heeft ingesteld dat elke maandag voordat hij aanvangt met zijn wekelijkse werk wij alles in de handen van de Here Jezus stellen.” Het SBG-bestuur heeft de regeringsfunctionarissen volgens de geestelijk adviseur in zowel woord als daad mogen zegenen.

Het woord dat vandaag kwam was naar het verhaal van de profeet Micha die steeds waarschuwde voor misstanden die in de maatschappij van toen heersten. De man Gods vroeg de regeerders toen zich tot God te richten, opdat Hij hun paden zou rechtmaken. Pultoo verwacht ook dat de regeringsleiders zich tot God richten om door hem geleid te worden. Aan de andere kant vraagt hij de Surinaamse gemeenschap gezamenlijk de regering te schragen en voor haar te bidden. Hij benadrukt dat het land in een economisch en moreel-etisch dal zit. “Maar met God gaan we goede tijden tegemoet. Dat weten en prediken we in de gemeente,” aldus de geestelijk adviseur.

Hij spreekt de hoop uit dat Suriname uit het dal komt en dat wij als een bromki dyari in dit geliefd land met elkaar kunnen leven. “Dat onze kindskinderen het goed zullen vanwege de natuurlijke hulpbronnen die straks, maar ook reeds uit de bodem komen,” voegt hij eraan toe.