De Boodschap
Kabinet van de President

Regering subsidieert brandstof voor ruim 400 miljoen SRD per maand

De regering besteed ruim 400 miljoen SRD per maand aan brandstofsubsidie ten behoeve van de samenleving. President Chandrikapersad Santokhi heeft tijdens een regeringspersconferentie op maandag 28 november 2022 aangeven dat dit heel zwaar drukt op het budget van de staat. “De regering heeft de subsidie op brandstof, kookgas en andere producten voortgezet. Vanwege de ontwikkelingen op internationaal vlak is de subsidie voor brandstof onhoudbaar hoog geworden”, aldus het staatshoofd.

President Santokhi heeft onder woorden gebracht dat het weer op spoor krijgen van een ontregelde economie te midden van een wereldconflict in Oekraïne een langdurig en complex vraagstuk is. Het staatshoofd heeft ook een aantal andere aspecten die duurzaam beleid uitvoeren moeilijk maken, opgesomd. De regeringsleider heeft gesproken over een enorme schuldenlast en slechte financiële reputatie. Volgens de president heeft de aanhoudende coronapandemie de economie ook helpen ontregelen. “Het weer op het spoor krijgen van een ontregelde economie te midden van een pandemie is een tegenslag met langdurige bijeffecten”, aldus het staatshoofd.

Deze externe ontwikkelingen en de onvoorziene uitgaven in een situatie van een begrotingstekort confronteert Suriname met schaarste aan producten, hogere prijzen voor goederen en de toelevering daarvan, toenemende inflatie, koopkracht dat terugvalt en inkomsten van de staat die minder worden. Dit heeft het staatshoofd in zijn inleiding tijdens de regeringspersconferentie op 28 november 2022 aangegeven. De president heeft echter ook aangegeven dat de regering ook in de uitdagende tijden door goed beleid een aantal zaken heeft kunnen realiseren. “Ons aanzien en financiële betrouwbaarheid in de wereld is sterk verbeterd”. Het staatshoofd heeft onderstreept dat de regering goed op weg is om de overgenomen schuldenlast te herstructureren. Hij heeft ook het kunnen afbetalen van een belangrijke deel van de binnenlandse schuld van de staat als belangrijke realisatie aangekaart.