De regering is doende voorbereidingen te treffen voor het voorzitterschap van de Caricom, welke in de twee helft van dit jaar – 1 juli tot en met 31 december – ingevuld zal worden door president Chandrikapersad Santokhi. Tijdens een op vrijdag 11 februari belegde persconferentie heeft minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) aangegeven dat er commissies zijn die zich over de organisatorische, logistieke, veiligheids- en protocollaire aspecten zullen buigen. Begin juli treedt Suriname namelijk ook op als gastland van de conferentie van staatshoofden en regeringsleiders van de Caribische gemeenschap.
De bewindsman geeft aan dat het land zowel inhoudelijk als organisatorisch reeds begonnen is met activiteiten rondom het voorzitterschap van president Santokhi c.q. de conferentie. Hij geeft aan dat Suriname wat dit soort zaken betreft reeds goede ervaring heeft opgedaan tijdens de bezoeken van president Jair Bolsonaro van de Federatieve Republiek Brazilië en Irfaan Ali van de Coöperatieve Republiek Guyana. De regering zal bij het organiseren van activiteiten hier te lande ook samenwerken met het bedrijfsleven en andere relevante instanties.
Tijdens de staatshoofdenconferentie in juli zullen er naast de 15 regeringsleiders van de Caricom ook waarnemers aanwezig zijn van vier landen, die binnen het Caribisch gebied tot de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk behoren. Daarnaast zullen er ook speciale gasten uit Zuid-Amerika op het hoogste politieke niveau en een aantal vertegenwoordigers van internationale organisaties participeren.
Suriname zit wat betreft haar lidmaatschap van het Caricom met een enorme achterstand. Minister Ramdin spreekt in deze van een belangrijke uitdaging bij het overnemen bij het voorzitterschap. Het land heeft een totale achterstand van ruim 17 miljoen US-dollar bij alle instituten waar het onderdeel van is. “We zullen niet in staat zijn alles te betalen, maar de regering is wel van plan substantieel in te halen voor wat betreft de contributie tot juli aanstaande”, aldus de bewindsman