De Boodschap
Kabinet van de President

Regering veroordeelt aanslag op kantongebouw

De regering veroordeelt dit in de meest krachtige bewoordingen. Zij ziet dit als een aanslag op de rechtstaat, het staatsbestel en de democratie en keurt dit ten stelligste af. Deze woorden sprak waarnemend president Ronnie Brunswijk uit tijdens een spoedpersconferentie op zaterdag 14 januari naar aanleiding van het gebeuren op vrijdag 13 januari, waarbij er schoten zijn gelost op het kantongebouw aan de Mgr. Wulfinghstraat en vervolgens projectielen naar het pand zijn gegooid.

“We veroordelen dit,” aldus de regeringsfunctionaris. Ook de ministers Kenneth Amoksi van Justitie en Politie en Krishnakoemarie Mathoera van Defensie veroordelen deze daad. Volgens de waarnemend president zullen de justitiële autoriteiten deze zaak tot de bodem onderzoeken en alle informatie hieromtrent met de samenleving delen. “Wij als samenleving zullen dit niet tolereren en geen enkele samenleving is gebaad bij agressie. Als regering zullen wij te allen tijde de rust, veiligheid en orde blijven handhaven.”

Minister Amoksi sprak van een laffe daad, welke hij in de meest krachtige bewoordingen veroordeelt. De bewindsman noemt het een aanslag tegen de rechtstaat Suriname en tegen de Rechterlijke Macht. “Dit zal niet met een sisser aflopen,” waarschuwt hij. Hij spreekt verder van een daad van intimidatie om het land te destabiliseren, maar zegt dat de autoriteiten zich niet zullen laten intimideren. Er is een gespecialiseerd team ingesteld, dat zal worden geleid door een officier aangewezen door de procureur-generaal. “Er zal alles aan gedaan worden opdat de daders van deze laffe daad worden aangehouden en voor gerecht worden gebracht.” Nationaal als internationaal zal er gepoogd worden deze zaak tot de bodem te onderzoeken.

Volgens minister Mathoera is er een aanslag gepleegd op “onze vrede, veiligheid en de manier waarop we met elkaar leven in Suriname.” Ze zegt dat de Surinaamse samenleving er niet bij gebaad is. “Ik keur het krachtig af, het is tegen de wijze waarop wij in Suriname leven,” aldus de defensieminister.