De Boodschap
Kabinet van de President

Suriname en Nederland moeten op bestaande sterke fundamenten verder bouwen

De relatie tussen Suriname en Nederland mag op regeringsniveau dan wel verstoord zijn geweest, maar op menselijk vlak is de band volgens minister-president Mark Rutte van het Koninkrijk der Nederlanden altijd onverbrekelijk geweest. Tijdens zijn toespraak in De Nationale Assemblee (DNA) op dinsdag 13 september 2022 zei premier Rutte dat de twee landen ook cultureel, taalkundig en culinair met elkaar verbonden zijn. Hij zegt dat op die sterke fundamenten verder gebouwd moet worden in een relatie die gebaseerd is op gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen en open dialoog.

De Nederlandse regeringsleider merkt op dat de uitdagingen waar Suriname voor staat groot zijn. Hij onderstreept dat Nederland de dringende oproep van president Chandrikapersad Santokhi om samen te werken voor de wederopbouw van Suriname graag ondersteunt. Beide landen werken sinds vorig jaar samen in het Makandra-programma waarvan de Surinaamse naam afgeleid is van het oud-Nederlandse malkander. “Dit drukt gezamenlijkheid en wederkerigheid uit zoals dat hoort in een volwassen relatie tussen landen die in het verleden zo nauw met elkaar zijn verbonden”, aldus premier Rutte.

Hij acht het goed dat Suriname en Nederland weer samen optrekken. De premier citeerde Surinames eerste president Johan Ferrier met de woorden: “Geen mens, geen land, geen volk en geen continent is onafhankelijk. Kennen van het leven is je ervan bewust te zijn dat je anderen nodig hebt”. Volgens premier Rutte was dat voor Ferrier de ware betekenis van het woord Srefidensi. “Vanuit eigen kracht en zelfstandigheid verbinding zoeken en samenwerken.” De Nederlandse regeringsleider riep op om in die gedachte verder te gaan op weg naar het kroonjaar 2025 wanneer 50 jaar Srefidensi wordt gevierd. Vooruitlopend spreekt hij van 50 bewogen jaren ook in de relatie tussen de twee landen. Premier Rutte: “Wat ik zeer hoop en op vertrouw is dat we dit jubileum zullen vieren als vrienden en partners die ook dan weer nieuwe en betekenisvolle stappen hebben gezet om te werken aan een betere toekomst voor alle inwoners van Suriname en het Koninkrijk der Nederlanden.”

Premier Rutte bleef ook stilstaan bij het slavernijverleden tussen Suriname en Nederland. Hij noemt het paradoxaal dat de gezamenlijke geschiedenis die beide landen bindt nog altijd zoveel pijn in zich draagt. “We kunnen dat verleden niet veranderen, maar we kunnen en moeten het wel onder ogen zien.” De regeringsleider zegt dat slavernij letterlijk een onmenselijk systeem was en dat elke getuigenis die ervan afkomt met afschuw vervult. Het herdenkingsjaar 2023 – wanneer 150 jaar afschaffing van de slavernij wordt herdacht – moet volgens de minister-president daarom in het teken staan van erkenning. “Erkenning van het afschuwelijke leed dat de tot slaaf gemaakten is aangedaan, van de strijd en het verzet die er was en erkenning van de maatschappelijke doorwerking van de periode van de slavernij in ons heden.”  Premier Rutte zegt de impact van dat verleden te willen begrijpen en voelen, zodat de erkenning die moet komen zoveel mogelijk helend en ook verzoenend kan zijn. “Dat is mijn vurige wens en die van de hele Nederlandse regering.”