Het Nationaal Archief Suriname (NAS) zit verlegen met vrijwilligers die willen meewerken om een historisch databestand van de hele Surinaamse bevolking tussen 1830 en 1950 te digitaliseren. Hierdoor kunnen alle aktes van de burgerlijke stand, geboorteaktes, overlijdensaktes en huwelijksakten rond die periode worden overgezet in dit databestand. Vanaf 2017 heeft het NAS een samenwerking met de Anton de Kom Universiteit van Suriname, de Radboud Universiteit Nijmegen en het Nationaal Archief Nederland (NAN). De reden hierachter is om de archieven over de tot slaaf gemaakten en het vervolgproject ‘historische database van Suriname’ online toegankelijk te maken.
Op zaterdag 2 april heeft Coen van Galen, van de Radboud Universiteit Nijmegen een presentatie verzorgd in het NAS over het project ‘historische database van Suriname.’ De presentatie was hoofdzakelijk bestemd voor de Surinaamse vrijwilligers/deelnemers die meehelpen om de registers van de burgerlijke stand te transcriberen. Het uiteindelijke doel van dit project, is volgens Van Galen, dat iedereen in Suriname zelf een standaard onderzoek kan doen naar hun eigen voorouders. “Wij als wetenschappers willen weten hoe het leven in de tropische bossen, het leven tijdens het koloniaal systeem doorwerkte in het leven van mensen en hoe mensen leven door al die generaties heen,” zegt de Radboud Universiteit wetenschapper. Inmiddels zijn er reeds 80.000 unieke akten ingevoerd en resten er nog 30.000 akten. Hiervoor zijn er meer vrijwilligers nodig. De wetenschapper roept elk een op, die wilt mee helpen met het invoeren van de akten om zich aan te melden. “Het enige wat je moet hebben is een laptop, internet en wat tijd.”
Archiefmateriaal moet volgens hem makkelijk en voor iedereen toegankelijk zijn. Van Galen stelt voor dat eerst het materiaal over de geboorteakten online op de website van het NAS wordt geplaatst, gevolgd door het wetenschappelijk onderzoek. Directeur en nationale archivaris van het NAS, Rita Tjien Fooh- Hardjomohamad benadrukt dat de samenwerking met lokale, regionale en Nederlandse instellingen wordt voortgezet. “Niet alleen om de archieven te digitaliseren, maar het ook op een zo gebruikersvriendelijke manier beschikbaar te stellen voor het publiek.” De komende tijd zal samen met de partners nagegaan worden hoe invulling hieraan wordt gegeven. De verwachting is dat het project nog 2 jaren in beslag zal nemen.