De Boodschap
Kabinet van de President

Transitie NIMOS naar NMA in gang gezet

Het finalerapport “voorbereiding Transitie naar NMA en Liquidatie Stichting NIMOS” is op maandag op 27 februari officieel overhandigd door John King, voorzitter van de voorbereidings commissie, aan minister Silvano Tjong-Ahin van het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM). Hiermee is de transitie van het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) naar de Nationale Milieu Autoriteit, NMA, in gang gezet.

NMA en NIMOS vormden samen de Nationale Milieu Structuur in Suriname. Door deze structuur werden de bepalingen in de Kaderwet milieu op een efficiënte en effectieve manier geïmplementeerd en toegepast. Voorzitter John King van de commissie Transitie NIMOS naar NMA, geeft aan dat de transitie van belang was om meer wettelijke bevoegdheden te krijgen. Ook moest de transitie zodanig zijn dat elke medewerker van het NIMOS naar de NMA kon overgaan, gelet op hun capaciteit en ‘know how’. Minister Tjong-Ahin geeft aan dat het ministerie zich ervoor zal inspannen om het NIMOS niet in een vacuüm te laten en dat er gezorgd zal worden voor een goede overgang. “Er is duidelijk en gericht gekeken hoe de NMA in te richten en welke taken zij toebedeeld zou krijgen”, aldus de bewindsman.

Binnen de Milieukaderwet wordt het strafrecht alleen als ultieme remedie gebruikt. Een milieudelict wordt beschouwd als een misdrijf of overtreding van een wettelijke bepaling die in het kader van het milieu is uitgevaardigd. De nadruk is gelegd op de fase voorafgaand aan het plegen van een overtreding, omdat schade aan het milieu in veel gevallen onherstelbaar is. De strafbepalingen dienen in de eerste plaats ter voorkoming van het plegen van strafbare feiten. “De Nationale Milieu Autoriteit zal het mandaat krijgen om het milieubeleid te formuleren en de effectieve uitvoering te coördineren”, stelt minister Tjong-Ahin. Hij vult daarbij aan dat er in het kader van de duurzame ontwikkeling van Suriname wenselijk is een beleidsstrategie en milieustrategie te ontwikkelen die een evenwichtige balans creëert tussen economische groei en milieubescherming om te kunnen beantwoorden aan de aspiraties van het Surinaamse volk.

Voor de uitvoering van het milieubeleid en de milieustrategie zullen regels gelden voor eenieder in de samenleving die activiteiten ontplooit en die invloed hebben op het milieu. Het is daarom van eminent belang om de nationale milieustructuur vast te stellen voor een gecoördineerde aanpak van de milieuactiviteiten. Tevens is het wenselijk regels vast te stellen voor deskundig beheer van het milieu alsmede de opsporing, vervolging en berechting van de aangeduide strafbare feiten. Directeur van het NIMOS, Cedric Nelom, verklaart dat de deskundigheid van de commissie goed aan bod is gekomen bij de tot samenstelling van het rapport: “Dit stelt ons in staat dat, meteen bij goedkeuring van de wet in De Nationale Assemblee, het NMA meteen functioneel kan zijn”, beweert hij. Als de stichting NIMOS, die operationeel versterkt moest worden, al haar medewerking verleent zal de transitie een succes zijn”, aldus Nelom.