Op 8 januari 2024 is de termijn om een gratieverzoek in te dienen verlopen. De raadsman van de veroordeelden heeft per schrijven d.d. 8 januari 2024 kenbaargemaakt dat zijn cliënten afzien van het voornemen om een gratieverzoek in te dienen en kijkt hij uit naar een gesprek met het OM. Het schrijven heeft het OM bereikt op 9 januari 2024. Op twee momenten is de raadsman van de veroordeelden uitgenodigd voor een gesprek over de vervolgstappen met betrekking tot de executie van de vonnissen, waarbij hij niet is verschenen. Per schrijven heeft hij de reden van zijn afwezigheid kenbaar gemaakt.
Op 8 januari 2024 heeft een team van advocaten namens de veroordeelden een verzoekschrift ingediend om de vonnissen niet tenuitvoer te leggen c.q. de tenuitvoerlegging aan te houden c.q. op te schorten danwel te schorsen. Het Openbaar Ministerie heeft per direct afwijzend gereageerd op dit verzoek. Op 10 januari 2024 heeft voormelde team van advocaten een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van het Openbaar Ministerie met het verzoek om het besluit te herzien. Hierop heeft het OM wederom afwijzend gereageerd.
Het Openbaar Ministerie is thans overgegaan tot de tenuitvoerlegging van de appelvonnissen en dienen de veroordeelden zich op 12 januari 2024 aan te melden bij de Strafinrichting zoals vermeld in de last tot tenuitvoerlegging van vermelde vonnissen. De last is intussen aan vier (4) veroordeelden uitgereikt. De huisgenote van de veroordeelde Bouterse heeft tot tweemaal toe geweigerd om vermelde last in ontvangst te nemen. Deze last zal conform de wet wel aan hem worden uitgereikt.