De Nationale Assemblee is tijdens een buitengewone openbare vergadering stilgestaan bij de 100ste viering van de Internationale Dag van de Vrouw, vandaag maandag 8 maart 2021. Bij de gelegenheid heeft parlementsvoorzitter Marinus Bee een pleidooi gehouden voor genderevenwicht in bestuurlijke functies. “Laat ons streven niet alleen gericht zijn op gender gelijkheid, maar ook het bereiken van genderevenwicht in bestuurlijke functies”, sprak voorzitter Bee.
Vrouwen moeten niet meer als de mindere van de man gezien worden. Geen eendaags schouderklopje krijgen, om de volgende dag weer beschimpt te worden. Eenieder moet beseffen dat vrouwen geenszins ondergeschikt zijn aan mannen. Ze zijn zelfs instaat om ten tijde van een wereldwijde pandemie, hun grenzen te verleggen en te bewijzen dat geen enkele uitdaging ze teveel is. Vrouwen worden, aldus de parlementsvoorzitter, niet zomaar de ruggengraat van een natie genoemd. Zij beschikken over een enorme stuwende kracht om doelen te realiseren dwars door alle barrières heen. Hij zegt dat vrouwen en mannen niet gelijk aan elkaar zijn, maar wel gelijkwaardig. In onze hedendaagse samenleving mag superioriteit niet meer bestaan of aanvaard worden, zuiver op basis van geslacht.
Vrouwen hebben in de afgelopen eeuw met heel veel overtuiging bewezen dat zij een gelijkwaardige partner zijn en beginnen bijna geruisloos een rechtmatige plek in te nemen. Echter, ondanks vrouwen afdoende hebben bewezen dat zij over de kwaliteiten, vaardigheden en competenties beschikken om uitstekende leiders en managers te zijn, worden zij nog steeds miskend. Het thema: “Vrouwen in leiderschap, een gelijkwaardige toekomst bereiken in een COVID-19-wereld”, is volgens voorzitter Bee een pijnlijke realiteit dat in onze moderne geciviliseerde en gecultiveerde wereld vrouwen nog steeds strijd moeten leveren voor erkenning, waardering, gelijkwaardigheid, eerbied en respect. Hun inspanning, toewijding en onmiskenbare toegevoegde waarde in de strijd tegen COVID-19 moet echter niet de reden zijn om de vrouw als waardige opponent te accepteren.
De effecten van geweld tegen vrouwen verergeren bestaande sociaaleconomische ongelegenheden, ongelijkheden en onderstrepen de noodzaak van genderbewust beleid, genderbewuste wetten en budgetten. Volgens voorzitter Bee kan het parlement slechts bijdragen aan het versterken van de juridische positie van de vrouw binnen onze samenleving. Hij spreekt de hoop uit met aangepaste wet- en regelgeving wezenlijk te kunnen bijdragen aan gendergelijkheid en meer acceptatie van vrouwen binnen alle sectoren van onze samenleving. “Uw deelname en invloed in besluitvormingsprocessen zijn onmisbaar”, aldus de parlementsvoorzitter, die opriep de 100ste viering van de Internationale Dag van de Vrouw als uitgangspunt te stellen voor de uitbanning van ongelijkheid op basis van geslacht. Hij is ervan overtuigd dat de samenleving in staat is om de diepgewortelde historische, culturele en sociaaleconomische barrières te doorbreken die vrouwen ervan weerhouden om als gelijkwaardige partner te participeren in het publieke leven en actief te worden betrokken bij besluitvormingsprocessen.