Het met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) overeengekomen Staff-Level Agreement (SLA) maakt de weg volledig vrij om de nieuwe overeenkomst met de Oppenheimer bondholders te tekenen. Dit zegt minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning. De bewindsman informeerde De Nationale Assemblee (DNA) op donderdag 18 mei 2023 over de eerder op de dag bereikte overeenkomst met het IMF.
Met het SLA is volgens minister Raghoebarsing de samenwerking met het IMF ook weer helemaal terug op spoor. Die samenwerking houdt primair in: technische bijstand, permanente communicatie en nationaal en internationaal vertrouwen. Hoewel de samenwerking ook de financiële kant kent, zegt minister Raghoebarsing dat het primair niet om geld gaat. “Maar het gaat vooral erom dat we partners in de wereld hebben”, aldus de bewindsman.
“We gaan heel gauw merken dat het helpt om de positie van Suriname snel verbeterd te krijgen”, zo voegt hij eraan toe. Het eerste merkbare zal zijn dat nu de weg volledig vrijgemaakt is voor de nieuwe overeenkomst met de zogenaamde Oppenheimer bondholders. De financiënminister spreekt dan ook van een belangrijke stap richting het herschikken van de schulden. “Dat gaat betekenen, meer rust in de begroting en meer mogelijkheden om middelen vrijmaken voor sociaal beleid.”
Het technisch team van het IMF heeft deze maand intensieve gesprekken gevoerd met de monetaire autoriteiten in Suriname, te weten de minister van Financiën en Planning en de governor van de Centrale Bank. Daarnaast zijn er ook gesprekken geweest met andere ministeries, de DNA-leiding en president Chandrikapersad Santokhi. De gesprekken met het parlement en het staatshoofd hebben volgens de bewindsman bijzonder bijgedragen om de context compleet te krijgen.
Hij memoreerde dat het IMF-programma in december 2021 is gestart. De bedoeling was dat het programma elk kwartaal beoordeeld zou worden. In maart 2022 is de eerste review geweest, maar vervolgens zijn door verwikkelingen nationaal en internationaal de volgende reviews uitgebleven. Dit betekende ook dat Suriname de financiering die hoort bij die reviews gemist heeft. “Het heeft heel veel tijd en moeite gekost om dat programma weer op de rails te krijgen”, aldus de bewindsman.