Het ministerie van Openbare Werken (OW) heeft reeds in oktober 2022 middels een pilotproject de aanzet gegeven voor een inventarisatie van verwaarloosde percelen en gebouwen alsmede het achterhalen van de rechthebbende ter oproeping. Thans is het moment bereikt om deze aangelegenheid structureel aan te pakken en is in dit kader op maandag 6 maart 2023 een werkgroep “Verbetering veiligheid en leefmilieu woonwijken” ingesteld, die voor de duur van 1 (één) jaar zal fungeren.
Uit de praktijk blijkt dat enorm veel percelen al dan niet met gebouw in dusdanig verwaarloosde staat verkeren dat er schade en last ontstaat voor derden. Hierbij gaat het voornamelijk om onverdeelde boedels, onbeheerde en kennelijk verlaten gronden. Het is niet de bedoeling dat de Staat Suriname met name het ministerie van Openbare Werken onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten ten behoeve van de perceelbezitters. Procedureel dienen de perceelbezitters aangemaand te worden, dan wel opgeroepen om de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Bij het uitblijven daarvan wordt gebruik gemaakt van het Domeindecreet (E-21, decreet van 8 augustus 1981 tot vaststelling van nieuwe regelen omtrent de rechtstoestand van onbeheerde en kennelijk verlaten gronden) die de procedure aangeeft welke moet leiden tot het in de boezem van de Staat Suriname brengen van dergelijke percelen. De werkgroep bestaat uit Rajesh R. Rajcomar, vertegenwoordiger van het Kabinet van de President van de Republiek Suriname als voorzitter van de werkgroep en de leden Kiran P. Rampersad, vertegenwoordiger van het ministerie van Openbare Werken en Jacintha Monkou, vertegenwoordiger van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer.
Deze werkgroep wordt belast met het vaststellen van de te volgen procedure op basis van het Domeindecreet om onbeheerde en kennelijk verlaten gronden te brengen in de boezem van de Staat Suriname. Het in contact treden met het Directoraat Openbaar Groen en Afvalbeheer ter verkrijging van het overzicht van de locaties van verwaarloosde en verlaten percelen al dan niet met gebouw, waarbij onverdeelde boedels de voorkeur genieten. Het in kaart brengen van de gevallen waarbij het Domeindecreet toegepast kan worden. Het inzetten van de administratieve procedure ten einde te geraken tot het in de boezem van de Staat Suriname brengen van de desbetreffende terreinen. Het aan de ministers van Openbare Werken en Grondbeleid en Bosbeheer maandelijkse rapportage te doen van de verrichtingen van de werkgroep en de stand van zaken met betrekking tot de ingezette procedure op basis van het Domeindecreet.